Spring naar content

Wet Toetreding Zorgaanbieders (Wtza)

De Wtza regelt aan welke eisen álle zorgaanbieders moeten voldoen voordat ze zorg mogen verlenen. Deze wet is ingetreden op 1 januari 2022 en vervangt de WTZi. Hier leggen we uit hoe en wanneer deze wet invloed heeft op jou als huisarts.

Verzet tegen lastenverzwaring door Wtza

Als LHV verzetten wij ons al sinds 2017 (!) tegen de toename van administratieve lasten die de invoering van de Wtza met zich meebrengt. Dat doen wij samen met andere organisaties van zorgaanbieders in de eerste lijn: de Eerstelijnscoalitie.

Wat we al hebben bereikt:

  • Verplichting tot intern toezicht alleen nog voor huisartspraktijken met meer dan 25 medewerkers.
  • Tijdelijke verruiming openbaarmakingstermijnen jaarverantwoording.
  • Geen verplichte accountantsverklaring meer voor praktijken met een omzet tot 12 miljoen euro per boekjaar.
  • Dubbele uitvragen van gegevens (door zorgverzekeraars en Zorginstituut) worden voorkomen.
  • Uitstel jaarverantwoordingsplicht tot 2025 (pauzeknop) – 5 juli 2023
  • Aankondiging verkenning getalsgrens intern toezicht (Kamerbrief Minister Helder, 28 september 2023)
  • Aanbieden narratief onderzoek Stop de Stapeling aan minister Helder (18 oktober 2023). Zie ook het nieuwsbericht Minister Helder neemt onderzoeksrapport ‘Stop de stapeling’ in ontvangst – LHV

Maar dit is nog niet voldoende. We blijven inzetten op reparatiewetgeving op de jaarverantwoordingsplicht en de verplichting tot intern toezicht. Lees hier meer over ons inspanningen om lastenverzwaring door de Wzta tegen te gaan.

In grote lijnen raakt de Wtza de volgende 4 onderwerpen:

  • Meldplicht
  • Toelatingsvergunning
  • Bestuursstructuur (interne toezichthouder)
  • Jaarverantwoording

Deze onderwerpen zijn echter niet van toepassing op álle huisartsen en álle soorten huisartsenpraktijken. We leggen hieronder stap voor stap uit wat wanneer voor jou persoonlijk en jouw praktijk van toepassing is. Op de  website www.toetredingzorgaanbieders.nl vindt je ook veel informatie.

E-learning Wtza

De Wtza heeft ook invloed op jou als huisarts. Waar moet je aan voldoen? En op welke manier kun je dit regelen? Dat leer je in deze e-learning.

Naar de e-learning

Bestaande huisartspraktijken en waarnemers
De meldplicht geldt voor huisartsenpraktijken, maten die vanuit een BV deel uitmaken van de maatschap en waarnemers. Bij de IGJ bekende, bestaande zorgaanbieders (dat wil zeggen, voor 1 januari 2022 al bestaand vanuit dezelfde KvK-inschrijving) hoeven niets extra’s te doen en worden automatisch in het meldsysteem gezet.

Kijk in het Landelijk register zorgaanbieders of je daarin staat. Als je in dit register staat met een datum gelegen voor 1 januari 2022 bij het kopje ‘actief vanaf’, hoef je niets meer te doen.

Nieuwe huisartspraktijken en waarnemers
Als nieuwe huisartsenpraktijk, maat die vanuit een BV toetreedt tot de maatschap of waarnemer ben je verplicht jezelf voorafgaand aan de zorgverlening te melden via de website van het CIBG. Let op: eHerkenning met minimaal betrouwbaarheidsniveau 2+ is hiervoor vereist.

Wanneer je als waarnemer een praktijk overneemt, wordt dit als groei van een bestaande praktijk gezien (mits de KvK-inschrijving in stand blijft). Je hebt dan al aan de meldplicht voldaan. Wel adviseren wij na overname te controleren of de gegevens in het Landelijk Register Zorgaanbieders kloppen.

Gepensioneerd huisartsen die nog incidenteel werken, vallen onder de meldplicht van de Wtza
Als een gepensioneerde huisarts nog incidenteel werkt of als SCEN arts optreedt, valt deze volgens de letter van wet onder de meldplicht van de Wtza. Omdat een gepensioneerde huisarts slechts incidenteel werkzaam is, beschikt deze niet altijd over een KvK-nummer. In dat geval kan de betreffende huisarts contact opnemen met het klantcontactcentrum van het CIBG om zich te melden.

Wat is het doel van de meldplicht?
De meldplicht heeft twee doelen. Enerzijds verzamelt de IGJ informatie voor haar risico gestuurde toezicht. Anderzijds ben je jezelf als huisarts op tijd bewust van de geldende kwaliteitseisen waaraan je moet voldoen.

Alléén huisartsenpraktijken met méér dan 10 zorgverleners zijn verplicht een toelatingsvergunning aan te vragen.
De vergunning legt meer nadruk op de kwaliteit van zorg dan de vroegere Wtzi-vergunning en kent geen automatisch toegelaten instellingen meer. Daarbij zijn er meer weigerings- en intrekkingsgronden aan de vergunning verbonden.

Wanneer hoef je géén toelatingsvergunning aan te vragen?
Als er vanuit je huisartsenpraktijk door 10 of minder zorgverleners zorg wordt verleend.

Wanneer moet je wél een toelatingsvergunning aanvragen?
Huisartsenpraktijken waren in het verleden onder de Wtzi automatisch toegelaten. Volgens de Wtza moet een praktijk die al bestond voor 1 januari 2022 alsnog een toelatingsvergunning aanvragen als je met meer dan 10 zorgverleners vanuit de praktijk werkzaam bent. Dat moet binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza (voor 1 januari 2024 moet de vergunning zijn aangevraagd).

Als je huisartsenpraktijk na inwerkingtreding van de Wtza (dus na 1 januari 2022) de grens van meer dan 10 zorgverleners passeert, moet je alsnog een vergunning aanvragen. Dat moet dan binnen zes maanden nadat de grens van meer dan 10 zorgverleners is gepasseerd. Nieuw te starten praktijken met meer dan 10 zorgverleners moeten voorafgaand aan de start van de zorgverlening een vergunning hebben aangevraagd.

Als je als waarnemer een solopraktijk overneemt, wordt dit als groei van de onderneming gezien (mits het KvK-nummer ongewijzigd blijft). Alleen als er vanuit de praktijk samen met jou meer dan 10 zorgverleners werkzaam zijn, moet je binnen zes maanden een vergunning aanvragen.

Als je toetreedt tot een maatschap, verandert er voor de maatschap niets. De Wtza verplichtingen die voor de toetreding op de maatschap rustten, blijven onveranderd mits het KvK-nummer ongewijzigd blijft.

Waar wordt jouw huisartsenpraktijk op getoetst?
De CIBG toetst bij de vergunningsaanvraag op de volgende elementen:

  • De eis van een dusdanige organisatie, dat dit leidt tot het verlenen van goede zorg: denk daarbij aan voldoende kwalitatief en kwantitatief toegerust personeel en materieel, een goede toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden alsmede afstemmings- en verantwoordingsplichten, en voor zover nodig voldoende bouwkundige voorzieningen (artikel 3 Wkkgz).
  • De eis van een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg (artikel 7 Wkkgz).
  • De eis van een interne procedure, waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met signalen van incidenten (artikel 9 Wkkgz).
  • De eis van een onafhankelijk intern toezichthouder (artikel 3 Wtza, indien die eis op de instelling van toepassing is).
  • De eis van een regeling financiële bedrijfsvoering (artikel 40a, eerste lid, Wmg).
  • De eis van financieel gescheiden administratie van zorgactiviteiten van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten (artikel 40a, tweede lid, Wmg).
  • De eis van een ordelijke en controleerbare financiële administratie (artikel 40a, vierde lid, Wmg).
  • De eis van rechtmatig declareren (artikel 35, eerste , tweede, zesde en zevende lid, Wmg).
  • De eis van een cliëntenraad (artikel 2, eerste lid Wmcz 2018, indien die eis op de instelling van toepassing is).

De toelatingsvergunning kun je aanvragen via www.toetredingzorgaanbieders.nl. Vanaf het moment dat de aanvraag compleet bij het CIBG binnen is, geldt in beginsel een maximum behandeltermijn van acht weken voor het nemen van een beslissing op de aanvraag. De behandeltermijn van acht weken mag echter, na het informeren van de zorgaanbieder daarover, worden verlengd en loopt in de praktijk inderdaad op. Bij spoedkwesties adviseren we dit met context bij het CIBG kenbaar te maken. Immers: zonder vergunning geen praktijk AGB-code, en dus geen declaraties mogelijk.

Alle huisartsenpraktijken moeten volgens de Wtza een transparante bestuursstructuur hebben. Wanneer er meer dan 25 zorgverleners werkzaam zijn in je praktijk bent je ook verplicht om een interne onafhankelijke toezichthouder aan te stellen. Hierbij kun je denken aan een raad van toezicht of raad van commissarissen.

Daarbij heb je als dagelijkse leiding van de praktijk (maw als praktijkhouder(s)) een aantal plichten:

  • Je moet ervoor zorgen dat de toezichthouder zijn taak zo goed mogelijk kan uitvoeren.
  • Je moet de daarbij noodzakelijke gegevens (tijdig en op schrift) aanleveren.
  • Je moet de toezichthouder minstens jaarlijks schriftelijk informeren over belangrijke ontwikkelingen en het strategisch beleid van de praktijk.

Deze interne toezichthouder moet bestaan uit tenminste drie natuurlijke personen. Om de onafhankelijkheid te waarborgen vraagt de wet het volgende:

  • een lid van de toezichthouder mag geen andere financiële vergoeding van de instelling ontvangen dan een passende vergoeding
  • een lid van de toezichthouder (of diens echtgenoot/levensgezel, pleegkind, bloed-of aanverwant tot in de tweede graad):
    • mag de voorgaande drie jaar geen lid van de leiding óf werknemer van de instelling zijn geweest;
    • mag geen aandelen in de instelling hebben;
    • mag geen lid zijn van de interne toezichthouder van een rechtspersoon die aandelen in de instelling heeft;
    • mag geen lid zijn van een andere instelling die binnen het verzorgingsgebied van de instelling geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht (tenzij die rechtspersoon of andere instelling een dochtermaatschappij van de instelling is);
    • het is dus wél toegestaan dat een persoon lid is van de interne toezichthouder van verschillende instellingen binnen een groep dan wel bij de moeder- en dochtermaatschappij.

Bovenstaande moet je allemaal schriftelijk vastleggen (advies: doe dat in je statuten (als de praktijk is georganiseerd als BV/coöperatie/stichting) of reglement (maatschap, eenmanszaak, VOF). Meer achtergrondinformatie is te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in Zorg en welzijn (NVTZ).

Wanneer moet je dit geregeld hebben?

  • Bestaande huisartsenpraktijken (praktijken die voor 1 januari 2022 al bestonden vanuit dezelfde kvk-inschrijving) moeten dit binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza geregeld hebben, dus vóór 1 januari 2024. Of zoveel eerder dan als de verplichte toelatingsvergunning wordt aangevraagd.
  • Huisartsenpraktijken die na 1 januari 2022 zijn gestart, moeten dit geregeld hebben voor het aanvragen van de toelatingsvergunning. Met andere woorden voordat de praktijk start met zorg verlenen.

Modellen intern toezicht NVTZ
De NVTZ heeft modellen beschikbaar voor intern toezichthouders binnen o.a. een BV (modelstatuten) en binnen de maatschap (modelreglement). In de modellen zijn de vast te leggen zaken nader uitgewerkt. Het modelreglement dient tevens ter inkleding van goed intern toezicht en ter verduidelijking van de positie van het intern toezicht ten opzichte van de praktijkhouders. Advies: pas de modellen aan op je feitelijke situatie en wensen. Een aantal elementen is verplicht volgens de wet; dat wordt in de bijbehorende toelichting per bepaling beschreven.

Naar het Modelreglement intern toezicht voor maatschappen (download)
Toelichting Modelreglement intern toezicht voor maatschappen (download)

Vragen?
Heb je meer vragen of behoefte aan ondersteuning? Neem dan contact op met onze afdeling Juridische Zaken via jz@lhv.nl zodat wij je in contact kunnen brengen met adviseurs die je verder kunnen ondersteunen en helpen.

Op grond van een artikel in de Wet marktordening gezondheidszorg (artikel 40b Wmg) moeten álle zorgaanbieders, dus ook alle huisartsenpraktijken, zich jaarlijks verantwoorden door middel van een openbare jaarverantwoording.

  • De overheid wil dat iedere zorgaanbieder die (deels) met collectieve middelen wordt bekostigd, aanspreekbaar is op de professionaliteit en de integriteit van zijn bedrijfsvoering.
  • De verplichting om daarover openbaar verantwoording af te leggen, zorgt ervoor dat iedereen er kennis van kan nemen. En dat de zorgaanbieder aangesproken kan worden op de continuïteit van de zorgverlening, integriteit en professionaliteit van zijn bedrijfsvoering.
  • De NZa houdt toezicht op deze verplichting.

Bekijk het overzicht van wat de jaarverantwoordingsplicht voor jou precies inhoudt, wat je moet aanleveren en wanneer de deadline daarvoor is. En gebruik onze handleiding Wtza.

NB voor huisartsenpraktijken die voor 1 januari 2022 zijn gestart en die daarna niet van rechtsvorm zijn veranderd, hebben een uitstel van 2 jaar gekregen om te voldoen aan de jaarverantwoordingsplicht. Zij moeten per 1 januari 2025 een eerste jaarverantwoording hebben aangeleverd. Praktijken die na 1 januari 2022 zijn gestart of die na die datum van rechtsvorm zijn veranderd, moeten al wel voldoen aan de jaarverantwoordingsplicht.

Welke zorgaanbieders vallen onder de Wtza?

De Wtza is van toepassing op álle zorgaanbieders in de zin van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Te weten instellingen én solistisch werkende zorgverleners.

Zorgaanbieders die zorg leveren in de zin van de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en die ‘andere zorg’ leveren (denk aan alternatieve geneeswijzen) vallen onder de Wkkgz en daarmee ook onder de Wtza.

Nieuw is dat de meldplicht van de Wtza ook gaat gelden voor jeugdhulpaanbieders onder de Jeugdwet.

Bij het tellen van het aantal zorgverleners is het volgende van belang:

  • Alleen zorgverleners tellen mee (praktijkmanagers, administratief medewerkers en schoonmakers, etc. niet). BIG-registratie doet niet ter zake.
  • De juridische juridische grondslag (werkzaam als werknemer, zzp’er, pot-overeenkomst, werkzaam op grond van een aansluitovereenkomst) is niet van belang.
  • Gekeken wordt welke zorgverleners feitelijk vanuit de zorgaanbieder zorg verlenen.
  • Zorgverleners die formeel werkzaam zijn bij een onderaannemer, moeten worden meegeteld bij de hoofdaannemer.
  • Vrijwilligers, stagiairs en zorgverleners die uitsluitend wmo-ondersteuning of alleen jeugdhulp verlenen (bijvoorbeeld POH-Jeugd GGZ die volledig door gemeente wordt gefinancierd), tellen niet mee.
  • Personen die slechts zeer incidenteel zorg verlenen, zoals vrijwilligers, stagiairs en co-assistenten, tellen niet mee. Wanneer structureel stageplaatsen worden aangeboden moet dit echter wel worden meegenomen in de telling. Ook BBL-medewerkers tel je wel mee.

Toezicht op naleving Wtza?

De NZa houdt toezicht op de naleving van de Wtza en richt zich hierin met name op de jaarverantwoording. Wanneer een zorgaanbieder niet voldoet aan de wettelijke verplichting jaarverantwoording, kan de NZa een last onder dwangsom opleggen. De dwangsom bedraagt € 1.000 per kalenderweek, met een maximum van € 10.000 voor zorgaanbieders die een volledige jaarverantwoording openbaar moeten maken. Indien de zorgaanbieder gehouden is een vereenvoudigde jaarverantwoording openbaar te maken, bedraagt, in afwijking van het voorgaande lid de last € 500 per kalenderweek, met een maximum van € 5000.

Standpunt LHV

De Wtza heeft grote gevolgen voor jou als huisarts en voor andere zorgverleners in de eerste lijn. Daarom hebben wij als LHV onze krachten gebundeld in de Eerstelijnscoalitie (ELC). Deze bestaat uit 9 partijen: KNMP, KNMT, KNOV, LHV, LVVP, PPN, NVM, NVvP en ONT. Gezamenlijk pleiten we voor het volgende:

  • Uitzondering jaarverantwoordingsplicht voor eerstelijnszorgorganisaties. De  minister heeft een pauzeknop ingesteld van 2  jaar voor zorgaanbieders  die voor 1 januari 2022 zijn opgericht. De ELC pleit echter voor een gehele uitzondering van de eerstelijnszorg.
  • Verhogen getalsgrens voor verplichting tot instellen intern toezicht van 25 naar 50 medewerkers. De minister heeft een verkenning aangekondigd hiernaar. De uitkomsten hiervan verwachten we medio 2024.
  • De komende periode zullen we dan ook aandacht blijven vragen voor de lastenverzwaring die de invoering van de Wtza met zich meebrengt. Hierbij zullen we met name de impact van de stapeling van alle administratieve lasten (ook buiten de Wtza) benadrukken.

Nieuws

Dankzij twee amendementen van Groenlinks/PvdA wordt de verplichting tot het aanleveren van een openbare jaarverantwoording naar verwachting voor een substantieel

Hoe komen we tot een nieuw gesprek over verantwoording in de zorg? Deze vraag stond centraal bij het Politiek Café

De Eerstelijnscoalitie (ELC) onderschrijft de urgentie om de eerstelijnszorg te versterken. Maar dan moet het nieuwe kabinet wel werk maken

Meer nieuws