
We zien dat het huisartsen nu over de schoenen loopt. En met de vergrijzing, de toename van mensen in achterstandswijken/-situaties en de trend naar meer zorgtaken voor de eerste lijn wordt het alleen maar drukker en complexer. Dit is dus de tijd om te handelen, niet om behoudend te zijn. Dan is het frustrerend om te zien dat het huidige budget voor huisartsenzorg niet volledig wordt uitgegeven door de zorgverzekeraars. Vektis en het Zorginstituut berekenden dat over 2016 maar liefst 139 miljoen euro op de plank is blijven liggen. Hoe kan dat nou, met alles dat er speelt en waarin geïnvesteerd moet worden?
In het land zijn er grote verschillen te zien in de mate waarin er wordt geïnvesteerd en geïnnoveerd. Zo zijn er huisartsen die elk jaar met andere inkopers te maken hebben. Waar kennis en begrip van wat de huisarts doet, kan en nodig heeft, ver te zoeken is. Waar voorstellen voor zorginnovatie nauwelijks worden gehonoreerd. Maar er zijn ook plekken waar er langdurige relaties zijn en waar vertrouwd wordt op wat huisartsen zeggen dat nodig is. Op die laatste plekken zie je vaak dat er veel meer innovatie en ontwikkeling tot stand komt. Daar worden goede ideeën gefinancierd of projecten zelfs helemaal gezamenlijk door verzekeraar en huisartsen opgezet.
Als ik verzekeraar was, zou ik me dus realiseren dat het de moeite waard is om te investeren in de relatie tussen mijn medewerkers en de zorgaanbieders. We kunnen leren van de goede voorbeelden in het land. Als je zorgaanbieders serieus neemt, kun je beter bijdragen aan het oplossen van de problemen die zij signaleren. Dat is in het belang van je klanten. En als je het werkveld werkelijk kent, dan valt niet meer te ontkennen dat de werkdruk is toegenomen en dat de beschikbare tijd voor de patiënt ernstig onder druk staat. Dat het echt nu nodig is om te investeren.
Huisartsen zijn het eerste aanspreekpunt en soms een laatste hulpbron voor patiënten. Die gooien hun deur echt niet zomaar dicht. Die verwachten geen baan van 9 tot 17 uur. Maar 12 uur per dag aan de bak en dan nog het gevoel hebben dat je tekort schiet; dat is ook niet gezond. Willen we dat de huisartsenzorg zo goed blijft als ‘ie nu is, dan moeten we nu investeren. Op dit moment zijn huisartsen, huisartsenposten, zorgverzekeraars en het ministerie van VWS met elkaar in gesprek over het huisartsenbudget voor 2018. Ik hoop dat de andere partijen aan die tafel de zorgen en ervaringen uit het werkveld serieus nemen en ons helpen om niet alleen de patiënten, maar ook de zorg zelf gezond te houden.
Ella Kalsbeek
Voorzitter Landelijke Huisartsen Vereniging
Deze blog is ook gepubliceerd in Medisch Contact, op 11-5-2017