CTG draait berisping voor huisarts na suïcide patiënt terug
De huisarts die eerder van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) een berisping kreeg omdat hij onvoldoende zou hebben gedaan voor een patiënt die dringend gespecialiseerde ggz-hulp nodig had, is door het Centraal Tuchtcollege (CTG) alsnog in het gelijk gesteld. De patiënt suïcideerde zich voordat de hulp tot stand kon komen. Zijn vader en broer dienden in deze tragische casus een tuchtklacht tegen de huisarts in. De uitspraak laat een van de tekortkomingen in het tuchtrecht zien, waar de KNMG en LHV zich al eerder over hebben uitgesproken. Het tuchtrecht functioneert onbevredigend bij ketenkwesties. De LHV en de KNMG hebben bij de minister aangedrongen op fundamenteel onderzoek naar de inrichting- en het functioneren van het tuchtrecht. Dat moet op korte termijn gebeuren.
Het RTG verweet de huisarts onder meer dat deze niet doortastend genoeg optrad toen de ggz-instelling waar de patiënt stond ingeschreven en de crisisdienst naar elkaar wezen voor het ondernemen van actie. De huisarts had nadrukkelijker moeten aandringen op een spoedbeoordeling, aldus het RTG. Ook vond het RTG dat de huisarts tekortschoot in het zorgvuldig inschatten van de ernst van de psychische toestand van de patiënt en het op doortastende wijze inzetten van een passende behandeling.
Het CTG spreekt daarentegen over een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden. Het stelt dat niet geoordeeld kan worden dat de huisarts de psychische toestand en het suïciderisico van de patiënt verkeerd inschatte. Diens inschatting was namelijk dat de patiënt nog dezelfde dag door een psychiater van de crisisdienst gezien moest worden. De huisarts ving vervolgens bot bij de crisisdienst, die de patiënt naar de ggz-instelling verwees. Maar daar bleek bij navraag van de huisarts geen psychiater in huis. Terwijl de huisarts probeerde de patiënt overgedragen te krijgen van de ggz-instelling naar de crisisdienst suïcideerde deze zich.
Volgens het CTG kan de huisarts niet tuchtrechtelijk verweten worden dat de overdracht niet lukte. Wat daarin precies het aandeel is van de crisisdienst en de ggz-instelling, kan het college niet beoordelen. De huisarts is volgens het CTG niet tuchtrechtelijk verwijtbaar tekortgeschoten in de behandeling en de bejegening van patiënt of diens ouders. Het CTG verklaart alle klachten ongegrond en daarmee komt de maatregel van berisping te vervallen.
Tuchtrecht schiet tekort bij ketenproblemen
Vooropgesteld dat de gebeurtenis die aanleiding was voor de uitspraak zeer tragisch is, zijn KNMG en LHV tevreden met de uitkomst dat het handelen van de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De zaak illustreert een van de tekortkomingen van het tuchtrecht, namelijk dat het onbevredigend functioneert bij ketenkwesties. Het aandeel van andere partijen in de zorgverlening in team- en netwerkverband kan niet in het tuchtrecht worden beoordeeld als de klacht niet (ook) tegen (een van) hen wordt of kan worden gericht.
Onder andere om die reden heeft de KNMG, samen met haar federatiepartners, bij de minister aangedrongen om op korte termijn fundamenteel onderzoek te doen naar het functioneren van het tuchtrecht. Intussen werkt VWS met het veld, waaronder de KNMG, aan een actieplan om te komen tot verbeteringen binnen het huidige systeem.
Meer
- Bekijk de uitspraak
- Bekijk ook ons eerdere bericht van januari 2022: LHV pleit voor aanpassing tuchtrecht
Nieuws
Namens de afdeling Gelre-IJssel waren Ingrid en Maaike bij de LHV-vergadering aanwezig. Er zijn veel onderwerpen besproken. Hieronder een korte
Vele huisartsen herhalen frequent medicatie van de specialist, maar dat kan ook anders, goede afspraken hierover komen de kwaliteit van
De ambassadeurs van de afdeling Gelre-IJssel zijn op meerdere vlakken actief. Ingrid Roessingh is niet alleen ambassadeur van onze afdeling,