Belang WTZi voor huisarts
Groepspraktijken van twee of meer huisartsen zijn zorginstellingen volgens de toelichting op de WTZi. Maar zij hoeven géén WTZi-toelating aan te vragen bij start van een nieuwe praktijk omdat zij van rechtswege al over een toelating beschikken. Huisartsenpraktijken zijn bovendien vrijgesteld van de in de wet opgenomen transparantie-eisen (mits er minder dan 50 mensen werkzaam zijn). Overigens is in de praktijk gebleken dat huisartsenpraktijken niet worden gehouden aan de verplichting jaarlijks een samenstellingsverklaring van de accountant aan te leveren bij het CIBG. Ook worden grotere huisartsenpraktijken niet aan de verplichting gehouden elk jaar verantwoording (maatschappelijk jaarverslag en jaarrekening) af te leggen over de manier waarop zij het geld uit de Wlz en Zorgverzekeringswet besteden. Meer informatie kunt u vinden op wtzi.nl.
Wetswijziging op komst
De regering wil de Wtzi vervangen door de Wet Toelating Zorgaanbieders (Wtza). Onder de huidige wet hebben huisartsenpraktijken een automatische erkenning. Nieuwe zorgaanbieders worden op basis van de Wtza verplicht zich bij het CIBG te melden voordat zij starten met zorgverlening. Daarnaast worden zorgaanbieders ook vergunningsplichtig als daar meer dan 10 zorgverleners werkzaam zijn (bijv. huisartsen, praktijkondersteuners en doktersassistenten).
Let op: voor waarnemende huisartsen:
Alle nieuwe zorgaanbieders die onder de Wet kwaliteit, klachten geschillen zorg (Wkkgz) vallen, ontvangen het verzoek zich als nieuwe zorgaanbieder te melden bij de IGJ. Ook nieuwe waarnemende huisartsen ontvangen dit verzoek. Het melden van nieuwe zorgaanbieders loopt vooruit op de meldplicht zoals deze is opgenomen in de aankomende Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Melden is dus nog niet verplicht. Door je als waarnemend huisarts (of nieuwe huisartsenpraktijk) al wel te melden, laat je blijken dat je aantoonbaar meewerkt aan betere en veiligere zorg.
De overheid is van mening dat nieuwe zorgaanbieders door deze wet worden gestimuleerd om de randvoorwaarden voor het leveren van goede zorg op orde te hebben zonder dat dit afbreuk doet aan de doelstelling om de regeldruk tot een minimum te beperken. De LHV heeft hier tegen geageerd. Wij zijn van mening dat dit wel tot een ongewenste toename van de regeldruk leidt aangezien de eisen die aan vergunningplichtige zorgaanbieders worden gesteld niet toepasbaar zijn op kleinschalige zorgaanbieders.
Lees ook: Wetsvoorstel toetreding zorgaanbieders veroorzaakt extra administratieve lasten (incl. brief aan Tweede Kamer).