Spring naar content

LHV betreurt afwijzing LAD: loonsverhoging huisartsen in loondienst blijft uit

LHV en InEen zijn al geruime tijd in gesprek met de LAD over een nieuwe cao voor huisartsen in loondienst. Er lag een concreet voorstel voor een kortlopende cao met verbeteringen in loon en afspraken voor vervolgonderhandelingen. De LAD heeft dit voorstel afgewezen. Daar balen wij van, omdat huisartsen in loondienst hun periodieke loonsverhoging nu wordt onthouden en er op korte termijn geen nieuwe cao komt.

Wat lag er op tafel?

Voor het toekomstbestendig houden van de huisartsenzorg, zijn alle typen huisartsen nodig: praktijkhouders, waarnemers én alle huisartsen in loondienst (HD1 en PD2). Daarom maken we ons ook als werkgevers hard voor goede arbeidsvoorwaarden voor huisartsen in loondienst.

LHV, InEen en de LAD zijn het erover eens dat de werkdruk beheersbaar moet blijven en dat adequate beloning daarvoor ook cruciaal is. Daarom hebben LHV en InEen het volgende aanbod gedaan voor een kortlopende cao van 9 maanden (tot 1 juli 2026):

  • een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1% vanaf 2025;
  • een structurele loonsverhoging van 3% per 1 februari 2026;
  • de afspraak dat in de eerstvolgende cao (vanaf 1 juli 2026) een trede wordt toegevoegd aan de salarisschaal van de PD.  

Hiermee zetten we de volledige nu beschikbare financiële ruimte vanuit de OVA3 in voor een beter loonbod voor huisartsen in loondienst. Daarmee leggen we een aantrekkelijk salarisbod neer in vergelijking met andere cao’s voor artsen. Tegelijkertijd bieden we wat financieel haalbaar is voor praktijkhouders.

We spannen ons hard in om ruimere financiële mogelijkheden te krijgen voor de werkgevers, zoals via onze inzet richting de NZa en VWS. Dat is in het belang van alle huisartsen.

Verder waren we al in vergevorderd stadium met afspraken over zaken als duurzame inzetbaarheid, werkdruk, duidelijkheid rondom diensten op de HAP en de beloning voor kaderhuisartsen.

Waarom een kortlopende cao?

Een cao tot 1 juli 2026 zou ruimte geven om later dit jaar verder te spreken over inhoudelijke onderwerpen, zoals de beloning van praktijkhouders in loondienst en de gevolgen van de Wet DBA. Op dat moment zijn ook de definitieve OVA-cijfers en de uitkomsten van de NZa-herberekening bekend, wat nodig is voor verdere stappen.

LAD wijst voorstel af

De LAD heeft fors hogere looneisen neergelegd dan wat binnen de huidige OVA-ruimte mogelijk is. Het aanbod van LHV en InEen op basis van wat wél haalbaar is, heeft de LAD afgewezen.

Wat betekent dit nu?

Door het afwijzen van het voorstel komt er voorlopig geen nieuwe cao. Dat betekent ook dat periodieke loonsverhogingen en verdere cao-afspraken nu uitblijven. Wij balen hier stevig van, omdat wij juist vooruitgang wilden boeken om het werken in de huisartsenpraktijk aantrekkelijk te houden.  

LHV en InEen blijven zich inzetten voor goede arbeidsvoorwaarden binnen realistische en verantwoorde financiële kaders. We houden jullie op de hoogte van het vervolg. Gezien de harde nee van de LAD verwachten we de komende weken geen ontwikkelingen.

Ook over de Cao Huisartsen in loondienst

De Cao Huisartsen in loondienst regelt de arbeidsvoorwaarden voor de huisarts in dienstverband (HD) en de praktijkhouder in dienstverband (PD).

Per 1 augustus 2024 is de nieuwe Cao Huisartsen in loondienst van kracht. Deze cao geldt voor de huisarts in

De Cao Huisartsen in loondienst 2024-2025 is vanaf nu online beschikbaar. Deze cao geldt voor de huisarts in dienstverband (HD)

  1. Huisarts dienstverband, voorheen hidha genoemd ↩︎
  2. Praktijkhouder dienstverband, voorheen hid genoemd ↩︎
  3. OVA staat voor Overheidsbijdrage in de Arbeidskosten. Dit is een percentage dat de overheid vaststelt om de loonkosten in de zorg te indexeren. ↩︎