Zorgverzekeraars gaan huisartsen helpen bij starten van nieuwe praktijken
Veel huisartsen willen een eigen praktijk beginnen, maar lopen vast op hoge kosten, ingewikkelde regels en gebrek aan huisvesting. Goed nieuws: vanaf 2026 maken zorgverzekeraars structureel geld vrij om startende huisartsen te ondersteunen bij het openen van een nieuwe praktijk. Dat is een direct resultaat van jarenlange inzet van de LHV richting politiek, verzekeraars en afspraken die in het AZWA staan.

Vorig jaar had meer dan de helft (60 %) van de huisartsenpraktijken een patiëntenstop. De Algemene Rekenkamer rekende uit dat minstens 45.000 mensen helemaal geen huisarts hebben, en ruim 700.000 actief op zoek zijn naar een andere huisarts.
Wat is er afgesproken?
Zorgverzekeraars kunnen huisartsen financieel ondersteunen in de eerste periode, waarin de praktijk vaak nog niet genoeg patiënten heeft om rond te komen. Die steun (maatwerkwerk) maakt het mogelijk om nulpraktijken – volledig nieuwe praktijken zonder patiënten – op te zetten in gebieden waar een tekort is aan huisartsenzorg.
In de praktijk: Oosterhout als voorbeeld
In Oosterhout kon na jaren patiëntenstop een nieuwe praktijk starten, mede dankzij steun van zorgverzekeraars en de regionale zorggroep Zorroo. Zij boden pand, praktijkmanager, loon en ICT — terwijl startende huisartsen Anne Peeters en Amber Geerts steeds meer de bedrijfsvoering onder de knie krijgen. Door deze ondersteuning van regionale organisaties, maken we het laagdrempeliger voor huisartsen om een praktijk te starten.
Soms gaan verzekeraars verder om een urgent probleem op te lossen door een bestaande praktijk die overgenomen wordt te ondersteunen in het op orde krijgen en moderniseren van de praktijk. Bijvoorbeeld door te investeren in of te ondersteunen bij huisvesting Dat maakt praktijkovername van die praktijken aantrekkelijker.
Dat vraagt wel inzet van de huisartsen zelf. Vaak kunnen huisartsen via hun RHO contact opnemen met de zorgverzekeraar om vervolgens samen te kijken wat welke mogelijkheden er zijn om de zorg voor patiënten goed te regelen. De verzekeraars stellen daarbij vaak wel voorwaarden waaraan de situatie moet voldoen wil de verzekeraar financieel gaan helpen.
In de praktijk: nestorprogramma in Enschede
Wat als je als jonge huisarts wél praktijkhouder wil worden, maar niet meteen het diepe in wil? In deze tweede special van Je eigen praktijk, opgenomen op de Huisartsendagen 2025, spreken we met huisarts Anneloes Richters en startende huisarts Lotte Braam over het zogeheten nestorprogramma: een vernieuwend samenwerkingsmodel waarbij praktijkhouders jonge collega’s begeleiden richting hun eigen praktijk. Meer over de podcastaflevering

Onze inzet
De LHV maakt zich al jaren hard voor het versterken van het praktijkhouderschap.
Marjolein Tasche, voorzitter van de LHV: “Het nieuwe beleid van de zorgverzekeraars is een belangrijke stap vooruit. Maar om de grote tekorten in de huisartsenzorg op te lossen is er meer nodig. Gemeenten en regionale organisaties spelen hier ook een belangrijke rol in. Een praktijk starten is complex, maar met de juiste hulp heel goed mogelijk. Het is tenslotte Win, win, win voor Zorgverzekeraar, huisarts en patiënt.”
Waarom dit belangrijk is
Het aantal praktijkhouders daalde in tien jaar van 87% naar 64%, terwijl veel huisartsen wel de wens hebben om praktijkhouder te worden. Tegelijk groeit de groep patiënten zonder vaste huisarts. Praktijkhouderschap stimuleren is daarom één van de prioriteiten van de LHV. Het doel:
Volgende stappen
De beweging van de zorgverzekeraars is een mooi resultaat, maar er komt meer. Het LHV-project Praktijkhouderschap werkt de komende periode onder meer aan:
Meer weten?
Volg bijvoorbeeld de nascholing Praktijkstart van de LHV Academie of kijk of de praktijk van jouw dromen op de LHV Praktijkmatch staat.
Nieuws
De vergoedingsregeling voor de UZI-medewerkerspas is opnieuw verlengd. UZI-medewerkerspassen die verlopen vóór 10 november 2025 komen in aanmerking voor vergoeding,
Hoe ga je om met taboes rond de overname van een huisartsenpraktijk, zoals financiën? En welke rol speelt je partner
Wat als je als jonge huisarts wél praktijkhouder wil worden, maar niet meteen het diepe in wil? In deze tweede