Beoordeling zzp-casuïstiek: overzicht stand van zaken

In mei 2025 kregen wij het voorlopig oordeel van de Belastingdienst op de door ons ingediende casuïstiek. Hieruit bleek dat zij de inzet van huisartsen op zzp-basis in veel gevallen beoordelen als schijnzelfstandigheid. De LHV is het niet eens met dit oordeel en spant zich tot het uiterste in om hier verandering in de krijgen. Een overzicht van de stand van zaken.

Na bekendmaking van het voorlopig oordeel zijn we direct aan de slag gegaan met acties op drie sporen.

1. We hebben onze bezwaren geuit bij de Belastingdienst tegen de voorlopige beoordeling, omdat we van mening zijn dat in de beoordeling geen rekening is gehouden met wat werken in de zorg inhoudt en in het bijzonder in de huisartsenzorg. We verwachten het definitieve oordeel van de Belastingdienst zeer binnenkort.
2. We hebben politiek aandacht gevraagd voor de noodzaak van het behoud van een (kleine) flexibele schil in de dagzorg en in de ANW-uren. Dit heeft onder meer geleid tot een aangenomen Kamermotie. De noodzaak van het behoud van een flexibele schil is ook een belangrijk punt in het gezamenlijke verkiezingsmanifest Voor iedereen een huisarts van de LHV en vier andere huisartsenpartijen.
3. Samen met InEen brengen we parallel aan bovenstaande routes mogelijke alternatieve werkwijzen in kaart, ingeval het oordeel van de Belastingdienst definitief wordt en er geen verdere politieke ruimte komt. In september hopen we hier meer over te kunnen berichten.

Handhaving op schijnzelfstandigheid: wat te doen?

Ondertussen is de handhaving op schijnzelfstandigheid sinds 1 januari 2025 een feit. Dat betekent dat je te maken kunt krijgen met een controle van de Belastingdienst. Constateert de Belastingdienst bij een controle dat er mogelijk sprake is van schijnzelfstandigheid? Dan krijgt de werkgever een naheffing voor sociale premies en raakt de zelfstandige de zelfstandigenaftrek kwijt.

Geluiden uit de praktijk geven het beeld dat de Belastingdienst als onderdeel van de ‘zachte landing op de handhaving van de wet DBA’ vaak nog niet meteen overgaat tot het opleggen van naheffingen, zeker niet wanneer een organisatie kan aantonen dat er concrete actie wordt ondernomen om schijnzelfstandigheid terug te dringen.

Om zo min mogelijk risico te lopen adviseren we je het volgende:

• Werk daadwerkelijk zoals vastgelegd in de modelovereenkomst. Controleer of de wijze van uitvoering van de overeenkomst in overeenstemming is met de daarin opgenomen afspraken, dat met de juiste versie van de overeenkomst wordt gewerkt en er in de dagelijkse uitvoering geen regels of verplichtingen worden opgelegd die eigenlijk alleen van toepassing zijn op werknemers. De Belastingdienst beoordeelt altijd de feitelijke manier van werken.
• Ga met ondersteunend personeel geen zzp-constructie aan. Voor deze medewerkers zijn er geen goedgekeurde modelovereenkomsten beschikbaar.
• Voor zelfstandigen: werk echt als zelfstandige (meerdere opdrachtgevers, niet altijd dezelfde dagen etc).

Meer lezen

Op de themapagina zzp-wetgeving vind je meer informatie over onze acties en ons standpunt.