NZa-tarieven 2026 bekend
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de prestatie- en tariefbeschikking voor 2026 gepubliceerd*. In dit bericht lees je over tarieven en de wijzigingen.

In dit bericht lichten wij de volgende wijzigingen toe:
*De LHV is het niet eens met de wijze waarop de NZa de tarieven onderbouwt. Over de regelgeving van 2023, 2024 en 2025 lopen inmiddels drie juridische procedures. Tegen de net gepubliceerde regelgeving voor 2026 starten wij, samen met VPHuisartsen, ook een bezwaarprocedure. Lees in dit bericht meer over de bezwaarprocedure.
Tarieven geïndexeerd
De NZa heeft per 1 januari 2026 de nieuwe tarieven vastgesteld. Deze zijn geïndexeerd op basis van loon- en prijsontwikkelingen.
– Het inschrijftarief tot 65 jaar stijgt van € 20,35 naar € 21,59 per kwartaal.
– Het reguliere consulttarief gaat van € 12,43 naar € 13,18.
De NZa-tariefbeschikking voor 2026 en ons volledige overzicht met NZa-tarieven vind je hier.
Hieronder lees je meer over de wijzigingen.
Sinds 1 januari 2025 wordt ‘Meer tijd voor de patiënt’ (MTVP) structureel bekostigd binnen het eerste segment van de bekostiging. Het maximumtarief per kwartaal voor deze prestatie gaat op 1 januari 2026 van € 3,23 naar € 3,40 per ingeschreven patiënt.
Voor gemoedsbezwaarden geldt sinds 1 januari 2025 een aparte regeling. Naast de speciale consulttarieven is er een aanvullend tarief voor consulten inclusief een opslag voor MTVP. Die consulttarieven mét opslag kunnen jaarlijks bij het eerste consult met een gemoedsbezwaarde patiënt in rekening worden gebracht. Deze regeling verandert per 1 januari 2026. Vanaf dat moment geldt, net als bij reguliere patiënten, een apart MTVP-tarief voor gemoedsbezwaarden. Dit tarief mag jaarlijks eenmalig bij deze patiënten worden gedeclareerd. Voor 2026 bedraagt dit tarief € 13,59.
Voor diagnostische en therapeutische verrichtingen kun je apart declareren. Voor een klein deel van deze zogenoemde M&I-verrichtingen (Modernisering & Innovatie) stelt de NZa zowel de prestatiebeschrijvingen als de tarieven vast (zoals bij chirurgie en therapeutische injecties). Voor de meeste verrichtingen stelt de NZa alleen de prestatiebeschrijving vast. De vergoeding spreek je dan af met de zorgverzekeraar, of deze valt onder ketenzorgafspraken met de zorggroep.
Eén van de M&I-prestaties waarvoor de prestatiebeschrijving vaststelt, is de ECG-diagnostiek. In de beschrijving voor 2026 is de verwijzing naar de NHG-bouwsteen voor praktijkvoering geschrapt, omdat deze niet meer actueel is. Toegevoegd is dat de prestatie uitsluitend betrekking heeft op het maken, interpreteren en bespreken van een 12-afleidingen ECG met de patiënt.
Een (huis)arts die een euthanasieverzoek ontvangt, moet voldoen aan de zorgvuldigheidseisen uit de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (de Euthanasiewet).
Eén van die eisen is dat een arts altijd een onafhankelijke arts raadpleegt, via de SCEN-procedure. Deze consultatie én de ondersteuning door de SCEN-arts worden vergoed via de prestaties ‘SCEN: Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland’ en ‘SCEN: Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland, op de Waddeneilanden’.
Bij patiënten met complexe problematiek kan de behandelend (huis)arts vóór de start van een SCEN-procedure een SCEN-arts om zorginhoudelijk advies en steun vragen. Dit kan bijdragen aan een zorgvuldige besluitvorming over het al dan niet starten van een SCEN-traject.
Vanaf 2026 komt hiervoor een nieuw tarief beschikbaar: € 50,70 per 15 minuten. Dit mag door een SCEN-arts worden gedeclareerd, mits deze niet dezelfde SCEN-arts is als degene die eventueel later de SCEN-procedure uitvoert. Voor de SCEN-procedure zelf blijft immers gelden dat een onafhankelijke arts geraadpleegd moet worden.
De LHV pleit er daarnaast voor om ook de (vrije) euthanasietarieven voor de behandelend arts aan te passen. Daarover gaan we opnieuw in overleg met de NZa.
In het eerste segment van de bekostiging introduceert de NZa per 2026 een nieuwe prestatie met tarief: het meedenkadvies medisch specialistische zorg.
Het tarief van € 21,09 geldt voor het opstellen en ter beschikking stellen van een vraagstelling aan een medisch specialist. Dit gebeurt op vergelijkbare wijze als bij een reguliere verwijzing.
Let op: dit tarief is geen vergoeding voor het consult met de patiënt of de terugkoppeling van het advies aan de patiënt. Daarvoor gelden de reguliere consulttarieven.
De NZa heeft de prestatiebeschrijving van het meekijkconsult aangepast. Daarmee wordt het onderscheid duidelijker tussen:
- de nieuwe prestatie meedenkadvies medisch specialistische zorg (gereguleerd tarief), en
- het meekijkconsult in het derde segment (vrije tarieven).
Bij een meedenkadvies gaat het om een schriftelijke vraagstelling. Bij een meekijkconsult wordt de patiënt doorgaans ook door de specialist gezien.
De M&I-prestatie teledermatologie vervalt. Vanaf 2026 valt deze onder de nieuwe S1-prestatie meedenkadvies medisch specialistische zorg. Zoals hierboven toegelicht, gaat het daarbij om de vergoeding voor het opstellen en aanleveren van een vraagstelling.
Het patiëntencontact zelf wordt gedeclareerd via de reguliere consulttarieven.
Nieuws
Op 8 juli jl. heeft de NZa een besluit genomen over de regelgeving voor huisartsenzorg in 2026. De LHV gaat,
Met de zomervakantie in aantocht, vragen patiënten mogelijk vaker naar een medicijnverklaring om mee te nemen op reis. Patiënten moeten
Op 3 juni vond onze landelijke ledenvergadering plaats. De afgevaardigde huisartsen bespraken ideeën voor een beter bekostigingssysteem voor de huisartsenzorg.