OverlegTeam Huisartsen (OTH) met Zorg en Zekerheid

Inmiddels hebben enkele gesprekken plaatsgevonden van het OTH met de zorginkopers van Zorg en Zekerheid. Onderwerp van gesprek was het contract 2026-2028. Input is onder andere verkregen middels de resultaten van de enquête die Zorg en Zekerheid aan alle huisartsen heeft gestuurd.

We kunnen inmiddels wat zaken melden die gaan veranderen ten opzichte van het huidige contract:

1. Zorg en Zekerheid gaat de kosten op zich nemen van de webmodule van Mijnpraktijk.nl van Buurtdokters waarop patiënten kunnen zien welke praktijken onder welke voorwaarden (bijv. postcodegebied) nog patiënten aannemen.
   Dat is niet alleen makkelijk voor patiënten, maar bespaart de praktijk en Zorg en Zekerheid telefoontjes van mensen die op zoek zijn naar een nieuwe huisarts.
2. Het behandelwensengesprek mag ook gedeclareerd worden voor gesprekken met kwetsbare patiënten jonger dan 75 jaar.
3. De voorwaarden voor het declareren van intensieve zorg worden verruimd.
4. Het is bij mutaties niet langer nodig om steeds het diploma van de betreffende POH mee te sturen (zie verder onder wat niet is binnengehaald).
5. Er komt, analoog aan de vergoeding van de POH-S en de POH-O, ook een vergoeding voor de POH-GGZ in opleiding vanaf het tweede kwartaal van indienstreding.
6. Er komt een ruimere vergoeding van de POH-O. Of dat reeds in 2026 of pas in 2027 geëffectueerd wordt, is onzeker.

Over enkele zaken zijn we nog in gesprek. Dit betreft de tarieven voor de M&I-verrichtingen. De drie meest gedeclareerde M&I-verrichtingen worden door een werkgroepje van Z&Z en OTH-leden onder de loep genomen en indien nodig herijkt. Dit vormt een blauwdruk voor de eventuele herijking van de andere M&I tarieven.

Wat een speciale M&I verrichting betreft, euthanasie, gaat een apart groepje van zowel OTH-leden als zorginkopers aan de slag. Het tarief daarvan lijkt bij alle zorgverzekeraars niet in verhouding tot de werkzaamheden die hierbij worden verricht.

Natuurlijk zijn er ook zaken niet binnengehaald:

1. De vergoeding van de praktijkmanager blijft (vooralsnog) via de multidisciplinaire organisatie lopen. Het OTH is van mening dat dit een monodisciplinaire aangelegenheid betreft en dat de gelden rechtstreeks naar de huisarts moeten vloeien.
2. Het uploaden van arbeidscontracten blijft nodig. Het OTH is van mening dat Z&Z er op moet vertrouwen dat de praktijkhouder zorgvuldig omgaat met de inzet van de gedeclareerde POH-gelden, en dat steekproefsgewijs gecontroleerd kan worden of dat ook gebeurt. Zo niet, kunnen de betaalde POH-gelden per direct worden teruggevorderd.
3. Z&Z handhaaft haar eigen systematiek voor het indexeren van de vrije tarieven. Er ligt een landelijke afspraak, Z&Z kan hier gemotiveerd van afwijken, mits zij hier volledig transparant is over de redenen van de door Z&Z gehanteerde methodiek. Kijkend naar de laatste vijf jaar verschillen de indexatiepercentages per jaar, maar middelt zich dat over de jaren uit. Het OTH wacht de motivatie van Z&Z af, zo nodig leggen we deze zaak – al dan niet gezamenlijk met Z&Z – voor aan de NZa.

Naast de contractzaken hebben we ook gepleit voor een goede ondersteuning van de monodisciplinaire organisaties. Nu loopt de ondersteuning via de multidisciplinaire organisaties en dat loopt in de ene regio beter dan in de andere regio. Het OTH is van mening dat er meer geoormerkt geld moet komen voor de ondersteuning van de monodisciplines waaronder de huisarts.  Nu is dat slechts deels het geval.
Onderdeel van de ondersteuning is het ondersteunen van startende praktijkhouders. Daar lopen reeds initiatieven voor, wij hebben gepleit voor blijvende en versterkte aandacht daarvoor.

Tenslotte is er ook een gesprek gevoerd met de afdeling materiële controle. Hierover ontvang je volgende week een nieuwsbericht. 

Wat het OTH zelf betreft: zowel Z&Z als het OTH hebben de behoefte uitgesproken om als mono- en multidisciplinaire organisaties met ingang van  2026 één gesprekpartner te vormen voor Zorg en Zekerheid. Nu spreken deze organisaties apart met Z&Z wat ruis geeft en veel afstemming nodig maakt. Dat laatste schiet er nog wel eens bij in en dat is niet helpend. We zijn druk bezig dit met de drie regio’s vorm te geven.

Tot zover. We hopen jullie weer op de hoogte te hebben gebracht van de stand van zaken. Uiteraard zijn vragen en suggesties welkom via hollandmiddenwest@lhv.nl.

Met vriendelijke groet,

OverlegTeam Huisartsen
Ruud Gebel, voorzitter
Joost Clemens
Arjen Göbel
Martine Verwijs
Margo Weemaes