Spring naar content

Toekomst huisartsenzorg ligt bij de huisarts zelf

Auteurs: Esther van Osselen, Hanneke van der Veer en Hilly ter Veer

Je zou er somber van worden. Als huisarts, maar ook als burger of patiënt. We schrijven over het interview dat Comed bestuurders Guy Schulpen en Guy Vroemen gaven aan het NRC. Kern van hun verhaal: De capaciteitstekorten in de huisartsenzorg zullen alleen maar toenemen, elke huisarts moet méér patiënten krijgen en niet minder, bereikbaarheid is een rekbaar begrip, wen er maar aan, we zullen onze verwachtingen moeten bijstellen. De race naar de bodem is begonnen. Met als angstbeeld het Verenigd Koninkrijk waar huisartsen al op hun 38ste gedesillusioneerd afhaken.

Wij zien het probleem. Heus. Als we zaken op hun beloop laten, hebben straks steeds minder Nederlanders een vaste en toegankelijke huisarts. De groeiende zorgvraag, ongeremde overdracht van taken uit ggz en tweede lijn, nutteloze administratie en onvoldoende zorg vanuit verpleeghuizen, de crisis in de jeugdzorg etcetera: de huisarts staat overal in de frontlinie.

Maar als jonge huisartsen, bestuurders van de Landelijke Huisartsen Vereniging en aanstormend praktijkhouders laten we ons niet wegzetten als conservatief, argwanend en afwachtend. Er valt wat te kiezen. Het huisartsenvak is te mooi om te laten verprutsen. We schreven een korte reactie voor het NRC en in deze blog onze volledige reactie.

Want er is actie nodig. Maar dan wel in de omgekeerde richting van waar Comed voor staat. Dus niet méér patiënten per huisarts, geen callcenter op afstand, geen bedrijven die vrijwillig praktijken overnemen en zich vervolgens beroepen op overmacht en tegenwerking als ze de zorg niet kunnen leveren.

We moeten de huisartsenzorg niet uithollen maar versterken. Investeren in bekende, vaste, en na een tijdje ook vertrouwde huisartsen. Praktijken waarbinnen taken worden verdeeld en die samenwerken met een keten of regionale huisartsenorganisatie, maar dan wel in een herkenbaar team. En bovenal, waarin er altijd een huisarts is die persoonlijk verantwoordelijkheid neemt voor de kwaliteit van het geheel. Vorig jaar stonden we er nog voor op het Malieveld: voor iedereen een huisarts.

Het huisartsenvak is te mooi (om te laten verprutsen)

Als we met minder mensen goede zorg willen leveren, moeten we de beste mensen direct bij de ingang zetten. In de acute zorg, voor zieke kinderen, voor wie misschien een hartinfarct heeft (of is het toch een paniekaanval?), voor die oudere die ineens in de war is en doodziek blijkt te zijn. Maar ook voor alledaagse klachten – dat hoestje dat maar niet verdwijnt, die schouderblessure waardoor je niet meer kan werken, de buikpijn die steeds weer terugkomt, de chronische zorg voor mensen met diabetes en hart- en vaatziekten die mensen aantoonbaar langer fit houdt. En voor de zorg aan het einde van het leven, waar een intensieve samenwerking van de wijkverpleegkundige en een vertrouwde dokter die met elkaar kunnen lezen en schrijven, echt het verschil kan maken.

Schaalgrootte en callcenters zijn daarbij van zeer beperkte meerwaarde. Het zijn de mensen op de werkvloer die het moeten doen. Het is al meermalen aangetoond dat mensen met een vaste huisarts langer leven. Wie denkt dat verschraling van het zorgaanbod van de huisartsenzorg een oplossing is voor de zorgcrisis, doet er goed aan zich te realiseren wat het betekent voor de maatschappij als deze zorg verdwijnt. Het is het paard achter de wagen spannen.

Investeren dus in die huisartsenzorg

Investeren dus in die huisartsenzorg. Juist vanwege de zorgcrisis. Huisartsenpraktijken die deelnamen aan pilotprojecten voor Meer tijd voor de patiënt, scoorden steeds beter op patiënttevredenheid én verwezen 12-40% minder naar de tweede lijn. Het is geen rocketscience, maar gewoon ouderwetse huisartsgeneeskunde: échte aandacht en doorvragen naar de ‘vraag achter de vraag’ levert passende zorg op. Meer tijd voor de patiënt moet dus duurzaam worden gefinancierd.

Investeren in de huisartsenzorg betekent ook jonge huisartsen op weg helpen met het praktijkhouderschap. Juist door de grotere teams en steeds hogere kwaliteitseisen, is het starten van een eigen praktijk een stuk ingewikkelder en risicovoller dan 20 jaar geleden. Nog altijd willen de meeste starters een eigen praktijk of vaste patiëntengroep, zeggen ze in enquêtes van de LHV. Met een beetje hulp lukt dat ook, blijkt uit projecten in de krimpgebieden waarin de regionale huisartsen samen met gemeenten en zorgverzekeraars jonge praktijkhouders op weg helpen.

Investeren in de huisartsenzorg betekent ook bestaande praktijken versterken. De speerpunten van de LHV zijn er niet voor niets: Meer tijd voor de patiënt, goede afspraken over ANW-diensten, hulp bij huisvesting en zorgen dat huisartsen niet de problemen van andere sectoren hoeven op te lossen. Voor iedereen een huisarts!

Bereikbaarheid is de basis

Schulpen noemt bereikbaarheid ‘een heel ingewikkeld concept’. Wij vinden dat wel meevallen. De LHV-richtlijn Beschikbaarheid en bereikbaarheid in de huisartsenpraktijk is glashelder. Afwijken van deze beroepsnormen is onveilig voor patiënten en daarmee ook voor de dokter, die immers aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele schade. Er is geen sprake van het afzwakken van de normen om de huisartsen een extra vrije middag te bezorgen zoals Schulpen stelt. Huisartsen hebben de afgelopen jaren hun bereikbaarheid en beschikbaarheid juist verbeterd. Bijna alle (99,5%) praktijken hebben online dossierinzage mogelijk gemaakt. Steeds vaker kun je digitaal een afspraak maken of je bloeduitslagen inzien. Dat geeft praktijken ruimte om een deel van de dag alleen voor spoed telefonisch bereikbaar te zijn. Zo kan de assistente zelf spreekuur doen, en onder supervisie taken van de huisarts overnemen. Een verandering dus voor meer ondernemersruimte voor betrokken praktijkhouders met hart voor de patiënt, niet voor het zoeken van een ondergrens.

Schulpen ziet een beroepsgroep die argwanend en afwachtend is. Niets is minder waar. Wij zien een beroepsgroep die staat voor de waarde van het vak. De huisarts is het goud van het Nederlandse zorgsysteem. Met onze kernwaarden stonden we op het Malieveld. In onze spreekkamer komen we met die persoonlijke benadering tot de beste oplossing voor de patiënt. Dat doen we al lang niet meer vanuit onze ivoren toren, maar in samenspraak. De huisartsenzorg van de toekomst vraagt zorgvuldig luisteren naar de beroepsgroep, die net als de gemiddelde patiënt, echt zelf wel weet wat er nodig is voor een gezonde toekomst. Wij conservatief? commerciële Investeerders die het van boven af komen oplossen met excelsheets, schaalvergroting en verschraling, dat is pas conservatief!

Esther van Osselen, Hanneke van der Veer en Hilly ter Veer

Een deel van dit opiniestuk is ook verschenen in het NRC

Meer columns