Spring naar content

Standpunt Samenwerking met de bedrijfsarts

Op deze pagina vind je meer informatie over de samenwerking met de bedrijfsarts. Wanneer en hoe overleg je en wat moet je daarvoor regelen.

Overleg met de bedrijfsarts, wanneer en hoe

Overleg tussen huisarts en bedrijfsarts kan lastig zijn door bereikbaarheidsproblemen of doordat huisarts en patiënt niet weten wie de bedrijfsarts is. Een mogelijke oplossing hiervoor is het gebruik van ‘Patiëntoverleg’ in Zorgdomein. Bedrijfsartsen zijn daarin vindbaar via hun naam en via de naam van het bedrijf waar de patiënt werkzaam is. Via Patiëntoverleg kun je een bedrijfsarts een bericht sturen en zo een afspraak maken voor telefonisch overleg of beknopte informatie uitwisselen. Uiteraard alleen na toestemming van de patiënt, wat met één vinkje is vast te leggen.

LHV, NHG en NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) streven naar een goede afstemming en samenwerking tussen huisartsen en bedrijfsartsen. Zij zien het gebruik van Zorgdomein, Patiëntoverleg of een andere vorm van beveiligde berichtenuitwisseling als een manier om die samenwerking beter mogelijk te maken. Het hebben van goed werk is een gezondheidsbevorderende factor, maar werk kan ook de oorzaak zijn van gezondheidsklachten. 

Afstemming met een bedrijfsarts is van belang wanneer herstel stagneert. Bedrijfsartsen hebben specifieke kennis van arbeidsrelateerde aandoeningen en van de werkomgeving van de patiënt. Ook kunnen zij bijdragen aan het herstel wanneer de relatie met werkgever of leidinggevende een rol speelt. In diverse NHG-standaarden, zoals Overspanning en burn-out en Schouderklachten, is opgenomen wanneer consultatie van de bedrijfsarts geïndiceerd is.

Uit een pilot met Patiëntoverleg is gebleken dat huisartsen vooral behoefte hebben aan contact met een bedrijfsarts als de bedrijfsarts een ander advies geeft, er onduidelijkheid is over het ziektebeeld of over wat een werkende patiënt wel en niet kan.

Wat moet je regelen om te kunnen overleggen

Huisartsen vragen zich geregeld af of telefonische communicatie over een patiënt mogelijk is met een bedrijfs- en/of verzekeringsarts. Daarnaast vragen ze zich af of daar toestemming voor nodig is van de patiënt en zo ja of mondelinge toestemming volstaat dan wel schriftelijke toestemming nodig is.

De basisregel is om altijd mondelinge toestemming te vragen aan de patiënt voor overleg en in het patiëntendossier te noteren dat aan de patiënt toestemming is gevraagd en dat deze toestemming is gegeven als je als huisarts het initiatief neemt. De bedrijfsarts gaat er in zo een contact vanuit dat dat de patiënt toestemming geeft voor de uitwisseling van informatie. Telefonisch overleg over een patiënt op initiatief van de bedrijfsarts kan op dezelfde manier plaatsvinden als de bedrijfsarts bevestigt dat de patiënt hier toestemming voor heeft gegeven.

Als het gaat om overleg in het kader van een behandeling van patiënt volstaat deze mondelinge toestemming.

Bij het vragen van de bedrijfs- en/of verzekeringsarts naar feitelijke gegevens t.b.v. van arbeidsverzuim en re-integratie, is gerichte, schriftelijke toestemming nodig. Dit overleg vindt per (beveiligde) mail dan wel schriftelijk plaats.

Verdere informatie voor patiënten is te vinden op thuisarts.nl.