Veelgestelde cao-vragen voor werkgevers

De Cao Huisartsenzorg is van toepassing op werknemers die werkzaam zijn binnen de huisartsenzorg, zoals werkzaam binnen een huisartsenpraktijk of op een huisartsenpost.

Huisartsenpraktijk:
O.a. de functies doktersassistent, apothekersassistent, POH, POH-ggz, verpleegkundig specialist, physician assistent, praktijkmanager, basisarts.

Huisartsenpost:
O.a. de functies triagist en locatiemanager.

Daarnaast geldt de cao ook voor werknemers van de huisartsenpraktijk of huisartsenpost met een functie op het gebied van beleid, administratie, financiën, P&O, ICT of kwaliteit.

De cao geldt niet voor directieleden, huisartsen en huisartsen in opleiding.

Gezond, duurzaam en toekomstgericht werken:

In de nieuwe cao staan vitaliteit en duurzame inzetbaarheid centraal. Oudere werknemers krijgen de mogelijkheid om vanaf drie jaar voor hun AOW minder te werken dankzij een nieuwe generatieregeling. Ook zijn er afspraken gemaakt over het toewerken naar én doorwerken na de AOW-leeftijd. Daarnaast is er meer aandacht voor leefstijl en gezondheid. Tot slot worden het PLB  vanaf 2026 uitgebreid met 5 extra uren per jaar op fulltime basis. Deze afspraken helpen werknemers om gezond en met plezier aan het werk te blijven, nu en in de toekomst.

Beloning en waardering:

In de nieuwe cao zijn afspraken gemaakt op het gebied van beloning en vergoedingen:

• de salarissen stijgen op drie momenten met 3%: in november 2025, juli 2026 en mei 2027;
• het minimumloon gaat omhoog naar €16 bruto per uur en de stagevergoeding wordt verhoogd;
• er is een nieuwe regeling voor overwerk vastgesteld (zie verderop voor meer informatie);
• de kilometervergoeding is uitgebreid: deze geldt nu ook voor de fiets en de drempel van de 5 km woon-werkverkeer vervalt;
• de ANW-toeslag stijgt op bepaalde feestdagen;
• diverse vergoedingen en toelagen worden verhoogd (beroeps- of vakorganisatie en (her)registratie kwaliteitsregister) of hersteld (diplomatoelage triage), en
• er is voortaan vanaf 10 dienstjaren recht op een lustrumgratificatie elke 5 jaar. Deze vervangt de huidige regeling waarbij een gratificatie wordt uitgekeerd na 12,5 en na 25 jaar dienstjaren.

Met deze cao bieden we concurrerende arbeidsvoorwaarden die bijdragen aan het aantrekken én behouden van werknemers – cruciaal om de capaciteit in de huisartsenzorg op peil te houden.

De nieuwe cao-afspraken worden bekostigd uit de financiële ruimte die de overheid biedt via de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA). Deze bijdrage is bedoeld om de loonkosten in de zorgsector te betalen. Dit staat los van het praktijkkostenonderzoek, uitgevoerd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit onderzoek leidde tot een korting op de praktijkkostencomponent. De LHV heeft bezwaar aangetekend tegen deze korting; een procedure bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) loopt nog. Ondanks deze korting is de indexatie via de OVA toegepast, waarmee de loonkosten en aanverwante kosten volledig gedekt worden.

Oudere werknemers kunnen vanaf drie jaar vóór hun AOW-leeftijd minder gaan werken. De werkgever biedt in ieder geval de variant 80%/90%/100% aan. In deze variant wordt de arbeidsduur met 20% teruggebracht en ontvangt de werknemer een financiële tegemoetkoming van 10% bruto, zodat de werknemer recht houdt op 90% salaris. De werknemer bouwt over 100% van de oorspronkelijke arbeidsduur pensioen op.

De gratificatieregeling wordt uitgebreid. Werknemers hebben voortaan vanaf 10 dienstjaren recht op een lustrumgratificatie voor elke 5 jaar bij dezelfde werkgever. Bij elk lustrum ontvangt de werknemer een half bruto basissalaris, behalve bij 25 jaar in dienst: dan is de gratificatie één bruto basissalaris, netto uitbetaald. Voor het vervallen van de gratificatie bij 12,5 jaar geldt een overgangsregeling voor werknemers die op 1 juli 2025 al meer dan 10 jaar in dienst zijn.

Er wordt niet langer onderscheid gemaakt tussen overuren en meeruren, in plaats daarvan is voortaan alleen nog sprake van ‘overwerk’. Hiermee wordt bedoeld ‘incidenteel door of namens de werkgever opgedragen arbeid, buiten de contractueel overeengekomen arbeidsduur van de werknemer’.

Indien overwerk niet binnen het kalenderkwartaal in tijd wordt of kan worden gecompenseerd, wordt het naar keuze van de werknemer in geld uitbetaald of in tijd toegevoegd aan het PLB-tegoed. Daarnaast ontvangen werknemers (tot en met regelnummer 25) vanaf 1 oktober 2025 een overwerktoeslag van 12% van het geldende bruto uurloon (minimaal €3,50 per uur).

Als een werknemer structureel meer werkt dan contractueel is overeengekomen, gaan de werkgever en de werknemer in overleg over een mogelijke uitbreiding van het dienstverband. Het recht op overwerktoeslag vervalt als de werkgever een onderbouwd voorstel voor contractuitbreiding doet en de werknemer dat niet of slechts deels accepteert. De werknemer kan echter opnieuw aanspraak maken op het recht op overwerktoeslag, als hij vervolgens zelf om urenuitbreiding vraagt, maar de werkgever ervoor kiest om de bestaande contractduur te behouden.

Ja, de drempel van de eerste vijf kilometer woon-werkverkeer vervalt, waardoor alle kilometers vergoed worden.

Werkgever en werknemer gaan tijdig in gesprek over het toewerken naar de AOW-leeftijd en de mogelijkheid om daarna door te werken. Als beide partijen dat willen, kunnen zij afspraken maken over de werkzaamheden en arbeidsvoorwaarden na de AOW-leeftijd.

Volgens de wet eindigt een arbeidsovereenkomst niet automatisch bij het bereiken van de AOW-leeftijd, tenzij dit schriftelijk is afgesproken. In de meeste gevallen hoeft het contract dus niet opgezegd te worden. Als werkgever en werknemer besluiten door te gaan, kunnen zij de bestaande arbeidsovereenkomst voortzetten of een nieuwe tijdelijke overeenkomst afsluiten.

De cao blijft ook na de AOW-leeftijd van toepassing, tenzij de wet of cao anders bepaalt.

Per 1 september 2025 wordt de stagevergoeding verhoogd naar € 250 bruto per maand bij een stage van 15 uur of meer per week, en € 175 bruto per maand bij minder dan 15 uur per week.

Daarnaast hebben cao-partijen afgesproken dat de vergoeding voor praktijkbegeleiding een dubbel doel heeft: het dekt enerzijds de kosten voor de werkgever en is anderzijds bedoeld voor de werknemer(s) die bij de stagebegeleiding betrokken is/zijn. In overleg met deze werknemer(s) wordt bepaald hoe dit bedrag precies wordt ingezet.

Werkgevers stimuleren actief dat werknemers zich inschrijven in het voor hen geldende kwaliteitsregister. Dit register krijgt een meer centrale rol binnen het scholingsbeleid. Ook is de vergoeding voor (her)registratie c.q. verlenging van de diplomering van door cao-partijen erkende registers c.q. diploma’s verhoogd naar maximaal € 200 netto eens in de 5 jaar.

Daarnaast wordt een goed scholingsbeleid gekenmerkt door een gevarieerd, actueel en relevant aanbod dat past bij de ambities van werknemers én de ontwikkelingen in het vak.

Voorafgaand aan iedere cao-onderhandeling stelt de LHV vragen aan de achterban, door middel van een enquête. In het kader van de nieuwe  overeengekomen Cao Huisartsenzorg is een enquête gehouden onder de leden (praktijkhouders) in de periode 30 januari tot en met 14 februari 2025. Mede op basis van deze uitkomsten is de LHV-delegatie de onderhandelingen ingegaan. Tijdens een extra Landelijke Ledenvergadering op 10 juli 2025 hebben leden van de LHV unaniem ingestemd met de nieuwe Cao Huisartsenzorg.