Spring naar content

Begin bij de basis: Huisartsenzorg op 1

Urgentie voor de huisartsenzorg, dat is wat mist, constateert Aard Verdaasdonk na het lezen van 55 pagina’s concept integraal zorgakkoord (IZA). Het resultaat van honderden uren praten, bijpraten, onderhandelen, schrijven en herschrijven geeft nog niet het houvast dat wij nodig hebben. Ondanks dat we met duizenden op het Malieveld stonden en er een ware online storm woedde met actievoerende huisartsen en hun teams, lijkt het kwartje bij overheid en anderen in de zorg maar niet te vallen. We hebben duidelijk aangegeven: er kan bij de huisartsenzorg niets meer bij. Sterker nog: er moeten zaken van het bord af.

Maar wat zien we terug in de conceptteksten voor het integraal zorgakkoord? Een beweging naar meer overhevelen van de ziekenhuiszorg, GGZ en welzijnswerk naar de huisartsenzorg.  Vaak ook met een financieel motief: verschuiven naar de eerste lijn is misschien op papier een bezuiniging maar niet in de praktijk. Voor ons huisartsen is dat nu echt een no go. De huisarts kan de problemen in andere sectoren niet blijven oplossen. We willen juist oplossingen voor de problemen in onze eigen sector. We willen tijd, medewerkers, huisvesting en vertrouwen. Dat willen we in dit akkoord terugzien en dit leggen we dus in de komende rondes over het zorgakkoord wederom op tafel.

Tijd

Meer tijd voor de patiënt, lijkt voor veel beleidsmakers, financiële adviseurs en de ministers lastig te bevatten. Maar zo moeilijk is het niet. Het vraagt om een voorinvestering in de vorm van personeel (tijd). De pilots laten duidelijk zien dat het vervolgens juist tijd en geld oplevert. Het vraagt om een aanpassing van de werkwijze, dus huisartsenpraktijken hebben zelf ook tijd nodig om hier naar te gaan werken. Dus we moeten de beweging nú inzetten, om te zorgen dat het de komende jaren resultaat gaat opleveren. Iedere huisarts die volgens “Meer tijd voor patiënt” wil werken, moet dat kunnen doen. En dan zien we meer tijd voor de patiënt niet als manier om er alsnog meer taken bij te krijgen; het is bedoeld om tijd te hebben om goed en met aandacht het werk te kunnen doen dat echt bij ons huisartsen thuishoort en we nu te vaak niet goed aan toekomen. Juist daarmee helpen we ook problemen in andere sectoren oplossen.

Personeel

Overal is krapte op de arbeidsmarkt, horen we de ministers zeggen. Toch is dat geen reden om de arbeidsmarktkrapte in de huisartsenzorg dan maar te accepteren. Juist ook omdat de krapte in de huisartsenzorg de problemen verderop in de keten nog groter kan maken, zouden we voor aanpak van de huisartsenzorg brede steun moeten krijgen. De huisartsenzorg is de basis. Zonder die basis is er geen fundament voor de zorg zoals we die in Nederland kennen. Dus moeten er huisartsen, doktersassistenten en poh’s bij! En moeten we voorkomen dat mensen afhaken of het niet volhouden, maar zorgen dat het werk in de huisartsenzorg en het praktijkhouderschap juist aantrekkelijk blijven om te doen. Laten we vol inzetten op voldoende goed bemenste praktijken.

Locatie

Huisvestingsproblemen van praktijken zijn goed zichtbaar. De plek die er niet is voor die (extra) medewerker of stagiair, de stoelendans in een te kleine praktijk, maar ook wijken zonder huisarts omdat de panden onbetaalbaar zijn geworden. De effecten zijn ook duidelijk: te weinig praktijkopleidingsplekken , vertrekkende praktijken en soms zelfs patiëntenstops. De oplossing begint bij een realistisch budget voor het huren of kopen van een pand in elke gemeente in Nederland. De huisarts hoort in de wijk thuis en moet in de buurt van de eigen patiënten zitten om toegankelijke zorg te kunnen bieden. Een kostenonderzoek met effecten in 2025 biedt geen oplossing als je nu je pand uit moet. We vragen nu om geld voor een dak boven ons hoofd en een beter vergoedingssysteem waarin rekening wordt gehouden met de stijgende praktijkkosten.

Vertrouwen in de huisarts

Waar de huisartsen hoog scoren op vertrouwen van patiënten, lijkt dat onder zorgverzekeraars en overheid niet het geval. Telkens komen er weer nieuwe regels voor verantwoording bij. Daar komen nog alle gevraagde ‘briefjes van de huisarts’ bovenop. Het effect is een administratie- en verantwoordingscircus dat ten koste gaat van tijd voor patiëntenzorg. Dat moet stoppen. Ook daar is winst te boeken voor meer tijd voor patiëntenzorg. Want die patiëntenzorg, daar zijn we dokter voor geworden. De overheid is verantwoordelijk voor de optelsom van regels die de zorg onwerkbaar maakt en zal dus moeten zorgen dat hierin wordt geschrapt.

Huisarts is crisismanager in de wachtkamer van de zorg

De zorgvraag stijgt bij ons nog verder door de dichte poorten bij het verwijzen. Steeds vaker is verwijzen naar het ziekenhuis en de GGZ niet (snel) mogelijk. Als huisartsen zijn we poortwachter, maar we zijn nu ook crisismanager van de wachtkamer van de 2e lijn geworden. Die rol kunnen we niet blijven uitvoeren. We verwijzen omdat er specialistische hulp noodzakelijk is. 6 maanden verantwoordelijk blijven voor een patiënt die specialistische zorg nodig heeft, zorg die je als huisarts niet kunt leveren, is een onwenselijke situatie die  moet stoppen.

Wij vangen 95% van de zorg op en verwijzen slechts in 5% van de gevallen. Met meer tijd voor de patiënt op termijn zelfs minder. Kunnen verwijzen is geen gunst, maar moet een recht zijn voor huisarts en patiënt. VWS en Zorgverzekeraars Nederland willen passende zorg en zorg op de juiste plek? Wij weten waar die is! Dat is onze rol. De taak van de VWS en zorgverzekeraars is niet daar regeltjes voor te bedenken, maar om te zorgen dat wij ons werk kunnen doen.

Met de vuist op tafel

Met de vuist op tafel, dat is de titel van onze notie waarin we klip en klaar hebben staan wat we nu nodig hebben. Die punten moeten terugkomen in het IZA en/of in een sectoraal akkoord. Niet in algemene termen, maar concreet en afdwingbaar zodat we als huisartsen in ons dagelijks werk de effecten zien en ervaren. De vuist komt daarvoor al regelmatig op de vergadertafel. Die vuist hebben we met z’n allen samen ook laten zien op het Malieveld.

 Deze zomer komt er een volgende versie van het IZA beschikbaar. Volgende week maken we de balans op, het landelijke bestuur van de LHV bespreekt dit dan met de Afdelingsambassadeurs. Dan wordt besproken of we voldoende perspectief zien in het IZA. Concreet: lezen we de urgentie voor de huisartsenzorg terug? Als dat zo is, dan kan een sectoraal akkoord waarschijnlijk de verdere gewenste concreetheid brengen. Wat er in een sectoraal akkoord moet staan, dat werken we nu al uit. Blijft het IZA te vaag, dan beraden we ons op wat nodig is om VWS en zorgverzekeraars wakker te krijgen. We sluiten verdere acties voeren later dit jaar dan ook niet uit. Onze boodschap is helder: Begin bij de basis: huisartsenzorg op 1.

Wat moet er volgens de LHV in zorgakkoorden (IZA en sectoraal) worden vastgelegd:

1. Meer tijd voor de patiënt
Voor alle huisartsen bereikbaar maken:

  • Aanpassing consultduur
  • Financieel: ophoging inschrijftarief, vergoeding overlegtijd met andere zorgverleners
  • Extra opleidingsplaatsen

2. Aanpak ANW-systeem
Evenredige verdeling van ANW-diensten over alle huisartsen

Spoed = Spoed

Regulering en ophoging van de tarieven voor iedereen

Werken naar integrale spoedpost (HAP, SEH), voor structurele verlaging dienstendruk in de toekomst.

3. Focus op eigen kerntaken
Geen substitutie van zorg uit ziekenhuizen, ggz en sociaal domein naar de huisartsen.

Wachtlijstopvang door zorgaanbieder waar huisarts naar verwezen heeft.

4. Vergoeding voor stijgende praktijkkosten
Niet wachten op nieuw kostenonderzoek, maar nu al stijgende kosten voor personeel, ict en huisvesting compenseren.

5. Vertrouwen als basis voor toezicht en controle
Geen onnodige en onzinnige verantwoording van handelen van huisartsen:

  • WTZA stopzetten.
  • Geen administratieve lastenverzwaring door nieuwe wet- en regelgeving.
  • Eerder gemaakte afspraken rond administratieve lastenverlichting moeten verplicht door alle betrokkenen worden nagekomen.

Lees meer

Alles over het integraal zorgakkoord vindt u in ons thema.

Nieuws

Geen items gevonden