Spring naar content

Huisartsenzorg niet aan de commercie overlaten 

Auteur: Aard Verdaasdonk

Waarnemend voorzitter LHV en huisarts Aard Verdaasdonk

“De huisartsketen is in opkomst”, kopte de Volkskrant onlangs. In een uitgebreid stuk werd beschreven hoe zorginvesteerders huisartsenpraktijken opkopen. Het artikel ging vooral over de problemen die daardoor ontstaan. Want waar sommigen dit soort ontwikkelingen toejuichen onder het mom van zorgvernieuwing, worden ook de schaduwkanten steeds zichtbaarder.  

Slechte bereikbaarheid voor patiënten, onderbezetting, zorg op afstand door steeds wisselende zorgverleners en een onveilig gevoel bij de huisartsen en het personeel. Niet bij alle aanbieders natuurlijk, maar wel bij een dusdanig aantal dat de Inspectie en de NZa samen inmiddels onderzoek doen naar de risico’s van nieuwe vormen van huisartsenzorg.  

Er wordt soms gezegd dat dit soort ontwikkelingen een onvermijdelijk gevolg zijn van de tekorten en de werkdruk. Ik weiger me daar zomaar bij neer te leggen. Ik geloof dat we de broodnodige vernieuwing ook kunnen krijgen op een manier die wél vanuit de kernwaarden van de huisartsenzorg  werkt: waar we generalistische, persoonsgerichte patiëntenzorg bieden en waarbij de continuïteit wordt gegarandeerd door huisartsen die met elkaar samenwerken. De huisartsenpraktijk met hart voor de patiënt en de mensen die er werken.  

En ja, daarin zie ik nog steeds een belangrijke plek voor de huisarts-praktijkhouder. Want wie heeft die kernwaarden nu beter in de vingers dan de huisarts zelf? De patiënten hechten daar ook aan en het komt de patiëntenzorg en het werkplezier van huisartsen ten goede.  

Natuurlijk, de tijden veranderen en de praktijkhouder van nu en die van de toekomst zijn echt niet hetzelfde als de praktijkhouder van decennia terug. Ik ben ook niet blind voor de uitdagingen waarmee we als huisartsen te maken hebben. Met minder mensen steeds meer werk doen? Dat kan natuurlijk niet. Maar het hele systeem dan maar overboord gooien en de commerciële types het laten ‘oplossen’? Dat is het kind met het badwater weggooien.  

De noodzaak tot verandering is duidelijk. Huisartsen moeten zoveel mogelijk worden gefaciliteerd en ontzorgd in hun werk en in het praktijkhouderschap. Om te veranderen is er tijd nodig en dus moet de werkdruk echt omlaag.  

Als huisartsen staan we zelf ook echt niet stil. We moderniseren onze praktijken, we bewegen mee met maatschappelijke en technologische veranderingen. Onze praktijken werken samen binnen goed georganiseerde regio’s. Continuïteit zoeken we niet meer bij 1 huisarts, maar in een vast team gezichten die een vaste populatie bedienen. Die continuïteit is niet alleen fijn voor de patiënten, maar ook voor de huisartsen zelf. Want ik kan uit ervaring stellen: de patronen herkennen in je populatie, de context van je patiënten kennen, zorg zelf kunnen opvolgen, daar word je als huisarts zelf ook echt happy van.  

De toegankelijkheid voor patiënten behouden op zo’n manier dat huisartsen en de medewerkers er met plezier kunnen werken – daar maak ik me sterk voor!  

Aard Verdaasdonk
Waarnemend voorzitter Landelijke Huisartsen Vereniging 

Deze column is ook verschenen in Medisch Contact op 30-3-2023

Meer columns

Thuis in de eerstelijn

Na jaren als ziekenhuis-bestuurder heb ik mijn rentree in de eerstelijn gemaakt als voorzitter van de LHV. Dat is als

Er wordt veel gezegd en geschreven over de grote uitdagingen voor de zorg. Groeiende zorgvraag, krapte aan zorgverleners, oplopende kosten,

Sinds we als huisartsen begin dit jaar alsnog op de rijdende IZA-trein stapten, zijn kleinere en grotere stappen gezet om