Spring naar content

Focus verleggen naar gezondheid en gedrag

Samen met een aantal huisartsenpraktijken in andere grote steden, doet de huisartsenpraktijk van Wouter van Weers mee aan de pilot Krachtige Basiszorg. De praktijk heeft ruimte gekregen voor de inzet van extra personeel, waardoor langere consulten mogelijk zijn. Daarin wordt over medische klachten gesproken én over de sociale, financiële en geestelijke omstandigheden van de patiënt.

Wat is jullie oplossing?

“In het kader van de pilot Krachtige Basiszorg heeft onze praktijk een aantal veranderingen ingevoerd. Daardoor hebben we meer tijd voor de patiënt, zijn we op een andere manier gaan werken en werken we ook beter samen met partners in het sociale domein. Wij doen de pilot samen met een aantal huisartsenpraktijken in andere grote steden, met ondersteuning van de zorgverzekeraars Zilveren Kruis, CZ en de Achterstandsfondsen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. We kijken wat de pilot in de loop van de komende twee jaar oplevert.

We hebben ruimte gekregen voor de inzet van extra personeel: 0,6 extra fte voor een huisarts en 0,5 fte voor een generalistische praktijkondersteuner (“POH-G”). Dat gaf ons de mogelijkheid om de consulten te verlengen naar 15 minuten. Gemiddeld wel te verstaan, want het ene consult duurt misschien 5 minuten en het andere 25.

Een langer consult geeft de mogelijkheid om niet alleen over medische klachten te spreken, maar ook eens naar de sociale, financiële en geestelijke omstandigheden te kijken. Wellicht zit daar de oorzaak voor zo’n medische klacht. Daarmee verleggen we de focus van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. Wat iemand nog wel kan, is belangrijker dan wat iemand niet meer kan.

Als een patiënt complexe problemen heeft of steeds blijft terugkomen met klachten en vragen, neemt de POH-G de patiënt over. Zij gaat met de patiënt in gesprek, kijkt wat er aan hulp of ondersteuning nodig is en wie dat kan bieden. Dat scheelt ons als huisartsen enorm veel tijd en werk. De POH-G heeft ook de taak om de samenwerking met de partners in de wijk te verbeteren.

Een maatregel waarmee we ook meer rust creëren, is dat een van de huisartsen tijdens de spreekuren als spoedarts fungeert. Daar wordt een kwartier per uur voor vrijgehouden. Als er geen spoedgeval is, wordt de tijd gebruikt om met assistentes te overleggen of hen iets te leren. Een paar assistentes volgen inmiddels de opleiding voor spreekuurondersteuner. Dat gaat ons als huisartsen straks ook werk en tijd schelen.”  

Wij willen niet meer terug naar hoe het was

Wat levert het op?

“Heel veel meer werkplezier. Totaal andere gesprekken met patiënten. Onze praktijk zit in een achterstandswijk, maar werd om bureaucratische redenen niet als zodanig erkend. Daardoor kregen we geen extra financiering. Het betekende dat we altijd tijd tekort kwamen en enorm onder druk stonden. Ik vroeg me echt af hoe lang we het zo nog vol konden houden. Dankzij de veranderingen die we nu hebben doorgevoerd, ervaren alle medewerkers een enorm verschil. We vinden het weer leuk om ’s ochtends naar ons werk te gaan. Dankzij de POH-G weten we ook beter wat er allemaal speelt in de wijk en op welke partners we een beroep kunnen doen. Voorheen kon ik bij een klacht vaak niet meer doen dan pappen en nathouden. Nu kan ik samen met de patiënt onderzoeken wat er achter zit.”

Zijn er uitdagingen of dingen die beter kunnen? 

“De uitdaging is om met deze werkwijze onnodige zorg en verwijzingen te voorkomen. Als we daar de komende twee jaar in slagen, zal blijken dat de investering in ‘Krachtige Basiszorg’ zichzelf meer dan terugverdient. Investeren in de eerste lijn is goedkoper dan in de tweede lijn.”

Is het een structurele oplossing, ook financieel?

“Voor praktijken in achterstandswijken zoals wij, zou dit een structurele oplossing moeten worden. Niemand van ons wil meer terug naar hoe het was. Ik ben nu veel gelukkiger.”