Spring naar content

Doorverwijzing naar ggz onverminderd problematisch

Huisartsen ervaren nog steeds grote problemen bij het verwijzen van patiënten met psychische problematiek naar de ggz. Dat komt allereerst door de lange wachttijden in de ggz, maar ook door een gebrek aan goede samenwerking. Dat blijkt uit een nieuwe peiling van de LHV onder huisartsen. De LHV pleit voor snelle realisatie van de gemaakte afspraken en roept de ggz op werk te maken van overname van de behandelverantwoordelijkheid binnen vier weken.

Wachtkamer

Ruim zeven op de tien huisartsen geeft aan dat het aantal patiënten met psychische klachten op het spreekuur toeneemt en ook dat de complexiteit van de klachten is toegenomen. De mogelijkheden om deze patiënten door te verwijzen naar de ggz zijn zeer beperkt: 93 procent van de huisartsen ervaart weinig tot geen mogelijkheden om patiënten door te verwijzen naar de specialistische ggz. Bij de basis (generalistische) ggz ligt dit percentage op 67 procent. Een huisarts zegt hierover in de peiling: “Door de lange wachttijden blijf je te lang verantwoordelijk voor patiënten die je eigenlijk niet goed kan helpen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de patiënt zelf, maar gaat ook ten koste van patiënten met lichtere problematiek.”

Gebrek aan aanbod en afstemming

Het niet kunnen doorverwijzen van patiënten, wordt veroorzaakt doordat er onvoldoende aanbod is in ggz voor mensen met meervoudige, complexe problemen en door een gebrek aan consultatie- en overlegmogelijkheden. 

Ook de afstemming vanuit de ggz met huisartsen over het op- en afschalen van zorg is onder de maat. “Patiënten worden terugverwezen zonder enig overleg”, zegt een huisarts hierover in de peiling. En een ander zegt: “Het is iedere keer weer een puzzel naar wie te verwijzen, waar ligt welke expertise, hoe is de wachtlijst en bij wie is er een stop?”.

Onverantwoord

“De resultaten bevestigen wat we al wisten. Huisartsen en hun POH-ggz vangen nu noodgedwongen enorm veel mensen met psychische problemen op. De huisartsenzorg is daarmee te lang verantwoordelijk voor patiënten die niet in de huisartsenzorg geholpen kunnen worden en huisartsen zijn veel tijd aan kwijt aan overbruggingszorg”, zegt Mariëtte Willems, huisarts en LHV-bestuurder. “De poortwachtersrol en het huisartsgeneeskundig aanbod voor mensen met lichtere problematiek staan daarmee te zwaar onder druk. Als LHV vinden we dit zeer onwenselijk en onverantwoord.”

De resultaten van de peiling onderstrepen nogmaals de urgentie van de problemen en het belang van een gezamenlijke aanpak om de knelpunten op te lossen. Mariëtte Willems: “Daarbij is het noodzakelijk dat de behandelverantwoordelijkheid van patiënten met psychische problemen echt binnen vier weken door de ggz wordt overgenomen. Hierdoor komen patiënten sneller terecht op de plek waar zij het beste geholpen kunnen worden en ontstaat er verlichting voor de huisartsenzorg.”

Willems realiseert zich dat niet voor alles ggz-zorg nodig is. “Huisartsen lossen veel op met een POH-ggz en ook een sterker sociaal domein kan helpen bij problemen die bijdragen aan mindere psychische belastbaarheid. Het probleem blijft echter dat huisartsen teveel zware complexe problematiek op hun bord krijgen. Dat moet echt anders.”

Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord

In het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) zijn cruciale afspraken gemaakt die moeten helpen om de grootste problemen in de ggz terug te dringen. Het gaat daarbij onder andere om:

  • Intake en behandeling vinden plaats binnen de Treeknormen (vanaf 2028);
  • Meer focus van de ggz op de mensen met complexe problematiek;
  • Exclusiecriteria afschaffen waardoor verwijzen eenvoudiger wordt;
  • Samenwerkingsrichtlijn over op- en afschalen van zorg bij chronisch zieke patiënten (aanbod huisartsgeneeskundige zorg als kader);
  • Consultatie verbeteren;
  • Continuïteit van ANW-diensten in de ggz wordt in alle regio’s geborgd.

Mentale gezondheidsnetwerken

De afspraken in het AZWA zijn ook van groot belang om de mentale gezondheidsnetwerken te laten slagen. Deze samenwerkingsnetwerken tussen ggz, huisartsen en sociaal domein, die zijn gestart op 1 januari 2025, moeten helpen om psychische problematiek sneller op de juiste plek op te pakken en zo wachttijden te verkorten en de druk op de huisartsen te verlichten.

Willems: “We zijn ervan overtuigd dat we met de ontwikkeling van de mentale gezondheidsnetwerken de juiste richting zijn ingeslagen. Maar we zien wel dat ze nog niet overal vlot van de grond komen en dat is zorgelijk. Het is hard nodig dat regionale partijen nu snel het vertrouwen en het geld krijgen om met elkaar de samenwerking beter vorm te geven én dat alle lokale partijen meedoen, zodat er onderling goede afspraken gemaakt kunnen worden. Zolang dit niet goed geregeld is, blijft de implementatie van deze netwerken kwetsbaar.  Alleen in gezamenlijkheid kunnen we de problemen oplossen.”

Mentale gezondheidsnetwerken 

Een mentaal gezondheidsnetwerk (MGN) is een duurzaam regionaal samenwerkingsverband tussen sociaal domein, huisartsen en ggz. Centraal in de werkwijze van het MGN staat het verkennend gesprek (VG). Dit gesprek, waarnaar de huisarts kan verwijzen, heeft tot doel om een patiënt snel op de juiste plek te kunnen helpen. Dat vermindert de druk op de huisartsenpraktijk en zorgt voor kortere wachtlijsten in de ggz.  

Lees meer over de functies van mentale gezondheidsnetwerken in ons thema 

Nieuws

Huisartsen ervaren nog steeds grote problemen bij het verwijzen van patiënten met psychische problematiek naar de ggz. Dat komt allereerst

Jongeren komen regelmatig met lichte of vage klachten: stress, onzekerheid, piekeren. Formele zorg kan dan al snel te groot of

Voor het Tweede Kamerdebat ggz op 15 april a.s. vraagt de LHV aandacht voor het waterbedeffect dat ontstaat als de