Spring naar content

Gegevens uitwisselen met anderen

Regelmatig vragen patiënten, andere zorgverleners en bijvoorbeeld de gemeente je om medische gegevens van patiënten uit te wisselen. Op deze pagina lees je wanneer je met anderen gegevens mag delen, onder welke voorwaarden en hoe je dat veilig kunt doen.

Wanneer mag je patiëntgegevens uitwisselen?

Het beroepsgeheim is het uitgangspunt voor hoe je als huisarts moet omgaan met wat je over jouw patiënten weet. Het beroepsgeheim beschrijft dat je in principe persoonlijke gegevens van jouw patiënt niet deelt met anderen. Er zijn echter wel veel uitzonderingen mogelijk op dat basisprincipe. Zoals wanneer de patiënt zelf wil dat je gegevens deelt, wanneer het gaat om rechtstreeks bij de behandeling betrokken hulpverleners, bij verwijzing naar een andere zorgverlener en nog enkele andere uitzonderingssituaties. Het uitgangspunt is dat als je gegevens deelt, dat je dan alleen die gegevens deelt die relevant zijn voor het doel. Welke gegevens dat precies zijn, kan dus per keer verschillen.

De KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens beschrijft uitgebreid hoe je – met inachtneming van uw beroepsgeheim – medische gegevens mag verzamelen, opslaan, uitwisselen, of anderszins gebruiken.

Naar de richtlijn

Gegevens uitwisselen met andere zorgverleners

Hieronder vind je de afspraken en regels voor het uitwisselen van patiëntgegevens met andere zorgverleners. Zoals hoe een patiënt toestemming kan geven, welke uitzonderingen er gelden op jouw medisch beroepsgeheim en wat je doet als je zelf in gewetensnood komt.

Je mag met toestemming van de patiënt gegevens aan anderen verstrekken. De patiënt kan die toestemming alleen geven als hij of zij vooraf is ingelicht over het doel, de inhoud en de mogelijke consequenties. De patiënt kan mondeling en schriftelijk toestemming geven bij zijn/haar huisarts. Voor toestemming voor verstrekking van gegevens via het LSP, kunnen patiënten zich online aanmelden, via www.volgjezorg.nl. Meer informatie hierover vind je bij de VZVZ.

Het is slim om de toestemming in het dossier op te nemen of aan te tekenen. De toestemming van de patiënt verplicht je overigens niet om de gegevens te delen. Bijvoorbeeld als je denkt dat dit in strijd is met ‘goed hulpverlenerschap’.

Als je een patiënt verwijst naar een medisch specialist, mag je bij deze verwijzing medische informatie over de patiënt meesturen. Omdat de patiënt instemt met de verwijzing, mag je veronderstellen dat hij of zij ook toestemming geeft voor het verstrekken van de informatie aan de specialist.

Maar als de patiënt bezwaar maakt tegen het opnemen van bepaalde medische informatie in de verwijsbrief, mag je deze gegevens niet verstrekken.

Je mag ook van veronderstelde toestemming uitgaan als de patiënt niet zelf in staat is om toestemming te geven. Bijvoorbeeld op de spoedeisende hulp. Ook hier geldt dat als de patiënt eerder bezwaar heeft gemaakt tegen de gegevensverstrekking, je deze niet mag delen.

Je mag je beroepsgeheim doorbreken als een wettelijke bepaling je verplicht om informatie aan een derde te verstrekken. Het eerste punt hieronder is een verplichting. De andere drie punten geven je het recht om informatie te delen.

  • Bijvoorbeeld in het geval van de verplichte melding van een infectieziekte op grond van de Wet publieke gezondheid.
  • Ook mag je medische informatie delen met personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de behandeling van de patiënt.
  • En met vervangers van artsen, als de gegevens noodzakelijk zijn voor het verrichten van de werkzaamheden.
  • De geheimhoudingsplicht geldt ook niet bij wettelijk vertegenwoordigers van de patiënt.

Ondanks dat er in al deze situaties geen toestemming van de patiënt nodig is, adviseren we je om de patiënt wel altijd over de gegevensverstrekking te informeren.

Bij een conflict van plichten gaat het om de botsing tussen het vertrouwelijk omgaan met de informatie van de patiënt en het willen voorkomen van ernstige schade bij de patiënt of bij een ander. Om een succesvol beroep te kunnen doen op het ‘conflict van plichten’ moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Je hebt alles in het werk gesteld om eerst toestemming van de patiënt te krijgen.
  • Je verkeert in gewetensnood door de zwijgplicht.
  • Er is geen andere weg dan doorbreking van jouw geheim om het probleem op te lossen.
  • Het niet doorbreken van jouw zwijgplicht levert voor een ander ernstige schade op.
  • Het moet vrijwel zeker zijn dat je door jouw geheimdoorbreking, die schade kunt voorkomen of beperken.

Ook hierbij geldt dat je alleen relevante, noodzakelijke gegevens mag verstrekken en dat je de patiënt – als dat mogelijk is – informeert.

Het zwaarwegend belang om je beroepsgeheim te doorbreken, moet je afwegen tegen het zwaarwegende belang van de geheimhouding van de medische informatie. Er moeten dus genoeg concrete aanwijzingen zijn dat het zwaarwegend belang wordt geschaad. Het verschil met het conflict van plichten, is dat het criterium dat er ernstig nadeel kan worden voorkomen, niet vereist is. Deze grond voor het doorbreken van het medisch beroepsgeheim komt minder vaak voor.

Twijfel je of er in een situatie bij je in het werk een grond is om het beroepsgeheim te doorbreken? Neem dan contact op met de juristen van de LHV voor advies: 085 – 04 80 000 of jz@lhv.nl.

Wanneer hoef je geen gegevens te verstrekken?

Veel huisartsen herkennen het: dat door allerlei instanties patiënten op pad worden gestuurd om ‘een briefje van de huisarts’ te halen. In sommige van die situaties mag je als eigen huisarts van de patiënt de gevraagde verklaring niet verstrekken, zoals wanneer er wordt gevraagd om een geneeskundige verklaring van je eigen patiënt. Een geneeskundige verklaring is een schriftelijke verklaring die een oordeel bevat over een patiënt en over de (medische) geschiktheid of ongeschiktheid van een patiënt om bepaalde dingen wel of niet te doen. Voorbeelden zijn fit-to-fly-verklaringen, rijbewijskeuringen, verklaring voor een beroep op een annuleringsverzekering, enzovoort.

Daarvan stelt de KNMG: de eigen behandelend arts mag dergelijke verklaringen niet afgeven over eigen patiënten, dat moet door een onafhankelijk arts gebeuren. Die regel is zo:

  1. om te voorkomen dat jouw arts-patiënt-relatie onder druk komt te staan en er een belangenconflict kan ontstaan;
  2. om te voorkomen dat de patiënt niet open alle informatie over zichzelf met je deelt, omdat de patiënt vreest dat dat consequenties voor het wel of niet krijgen van een geneeskundig verklaring;
  3. omdat je als behandelend arts ook niet altijd goed kunt inschatten of iemand recht heeft op een bepaalde voorziening, of de benodigde vaardigheden heeft, omdat je daarvan niet alle criteria kent.

Op de KNMG-website vind je hoe je jouw patiënt kunt adviseren als die met zo’n verzoek bij je komt en je vindt er een handig briefje in verschillende talen die je hiervoor kunt benutten.

Gegevens uitwisselen met patiënten

Patiënten hebben recht op een afschrift van hun medisch dossier of specifieke gegevens daaruit. Dat geldt ook voor hun juridische vertegenwoordigers. Op basis van de privacywet AVG moet je dit kosteloos aan hen verstrekken. Sinds 1 juli 2020 geldt daarbij ook nog de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz). Die stelt dat je als huisarts deze gegevens elektronisch moet aanbieden (in de vorm van inzage of een afschrift) als een patiënt of juridisch vertegenwoordiger daar om vraagt.

Als een patiënt een afschrift van (een deel van) het eigen medisch dossier wil hebben, kun je dat op de volgende manieren aan de patiënt verstrekken:

Door inzage te geven aan de patiënt

Via het programma OPEN hebben we als LHV, InEen en NHG het mogelijk gemaakt voor huisartsenpraktijken om online inzage aan te bieden. Na afronding van dit programma in 2022 biedt nu 98% van de huisartsenpraktijken patiënten online inzage in het eigen dossier aan, via een patiëntenportaal en/of een PGO. Daardoor hebben patiënten niet meer de hulp van de huisarts of praktijkmedewerker nodig om bepaalde gegevens uit het dossier in te zien en hoef je die ook niet per se meer uit te printen. Dat scheelt je tijd en kosten en is gemakkelijker voor patiënten.

• Door de gevraagde gegevens te verzamelen en te verstrekken

Je kunt de gegevens uitdraaien of verzamelen in een pdf. Je kunt een pdf maken van de gevraagde medische gegevens en deze via beveiligde mail naar de patiënt sturen (naar een voor jou bekend emailadres van de patiënt) of op een beveiligde usb-stick zetten. Print je ze uit? Wij raden af om medische gegevens per (niet-aangetekende) post te versturen, om te voorkomen dat deze in handen komen van onbevoegden. Daarnaast mag je geen print- of portokosten in rekening brengen, omdat de patiënt recht heeft op een kosteloos afschrift. Het is om die beide redenen veiliger en handiger om de patiënt te vragen de kopie van het dossier zelf te komen halen. Zo nodig kan jouw assistente de patiënt dan ter plekke vragen zich te legitimeren.

Een formele vertegenwoordiger van de patiënt is bijvoorbeeld een ouder in het geval van een minderjarige. Een juridisch vertegenwoordiger is bijvoorbeeld een (letselschade)advocaat of juridisch adviseur. Een vertegenwoordiger, advocaat of juridisch adviseur van de patiënt heeft net als de patiënt zelf recht op een kosteloos afschrift van (een deel van) het dossier.

De KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens legt dat verder uit (Hoofdstuk 4, 4.3.1. Verzoeken om medische informatie van een belangenbehartiger van een patiënt).

Ons advies is te checken of de vertegenwoordiger van de patiënt aantoonbare toestemming (zoals een schriftelijke machtiging) heeft van de patiënt, zodat je zeker weet dat je de gegevens terecht aan deze persoon verstrekt.

Vaak is het niet nodig voor een juridisch vertegenwoordiger om alle medische gegevens te verkrijgen, maar alleen relevante onderdelen. Dat vergt echter weer meer werk van jou als huisarts en tijd die niet wordt vergoed wanneer het een kopie van het dossier betreft.

Hoe kun je met een verzoek van een juridisch vertegenwoordiger omgaan?

  • Dring aan op gerichte schriftelijke vragen van de juridisch vertegenwoordiger

Je kunt dan deze vragen gericht beantwoorden en verstrekt niet meer informatie dan nodig is. Voor het beantwoorden van deze vragen mag je (in tegenstelling tot verstrekking van een kopie van het dossier) wel kosten in rekening brengen. Hiervoor kun je het NZa-tarief voor schriftelijke informatieverstrekking in rekening brengen. Sinds 2021 geldt dat je hiervoor kosten in rekening mag brengen, de hoogte daarvan bepaal je aan de hand van het NZa-tarief en de hoeveelheid tijd die ermee gemoeid gaat om de gegevens te verzamelen en verstrekken. Het tarief geldt per 5 minuten die het je kost. Meer hierover lees je in de tarievenlijst op onze website, onder het kopje Informatieverstrekking.

  • Overleg met de patiënt

Gaat de vertegenwoordiger er niet mee akkoord om gerichte vragen te stellen? Dan raden we je aan contact te zoeken met de patiënt. Je kunt dan met de patiënt afwegen welke informatie er verstandig en noodzakelijk is om aan te leveren en de patiënt op de risico’s wijzen. Wanneer bijvoorbeeld het hele dossier wordt opgevraagd door de vertegenwoordiger kan het gebeuren dat irrelevante gegevens een rol gaan spelen in een procedure of dat in het geval van een rechtszaak de gegevens bij de tegenpartij terecht kunnen komen, terwijl dat niet is wat de patiënt wil.

  • Verstrek de gegevens direct aan de patiënt

Dat kan door de patiënt te wijzen op de mogelijkheden om de gegevens zelf in te zien via patiëntenportaal of een PGO. Of door de gegevens digitaal te verstrekken en via beveiligde mail toe te sturen of een print te laten ophalen in de praktijk.

Eén uitzondering: wanneer je van mening bent dat het verstrekken van deze informatie in strijd is met goed hulpverlenerschap, moet je je hiervan onthouden.

Gegevens uitwisselen met niet-zorgverleners

Het komt ook voor dat andere derden medische informatie over een patiënt willen hebben en daar – via de patiënt of direct – naar vragen. Denk aan verzekeringsartsen, bedrijfsartsen, notarissen, enzovoort. Ook komen verzoeken om informatie vanuit bijvoorbeeld gemeenten of sociale wijkteams in het kader van bemoeizorg regelmatig voor.

Gegevensuitwisseling is dan alléén toegestaan als je hiervoor expliciete, gerichte toestemming hebt van de patiënt. Een convenant tussen huisartsen met bijvoorbeeld de gemeente betekent niet dat je de patiënt niet meer om toestemming moet vragen.

Er zijn wel situaties denkbaar dat het verstrekken van gegevens vereist is, op grond van bijvoorbeeld een wettelijk voorschrift, of een conflict van plichten.

Ook wanneer de patiënt toestemming heeft gegeven, kun je als huisarts toch je twijfels hebben over het delen van gegevens. Bijvoorbeeld wanneer blijkt dat het dossier een rol speelt in een vechtscheiding of uithuiszetting of wanneer een uitkeringsinstantie of arbodienst inzage wil. In het verleden bleek dat instanties zoals gemeenten, verzekeraars en arbodiensten patiënten soms onder druk zetten om hun hele medisch dossier op te vragen bij de huisarts. Je kunt in dit geval overleggen met onze juristen.

Hoe verstrek je de gegevens?

  • Je verstrekt de gegevens bij voorkeur via beveiligde mail of per aangetekende post.
  • Je beperkt zich tot feitelijke gegevens en bevindingen over de gezondheid van de patiënt (je dient geen oordeel te geven).
  • De communicatie verloopt bij voorkeur tussen artsen onderling.
  • Je maakt een aantekening in het medisch dossier dat deze gegevens zijn gevraagd en verstrekt.

Mag je kosten in rekening brengen?

Ja, in de meeste gevallen kun je kosten in rekening brengen voor dit soort informatieverstrekking. Een dergelijk verzoek van een derde die géén (juridisch) vertegenwoordiger van de patiënt is, valt niet onder het recht op een kosteloze kopie van het dossier voor de patiënt zelf.

Of je nu gerichte schriftelijke vragen beantwoord of delen van het medisch dossier verstrekt, in beide gevallen mag je een tarief in rekening brengen voor de informatieverstrekking.

Je mag hiervoor een tarief rekenen, gebaseerd op de hoeveelheid tijd die ermee gemoeid gaat om de gegevens te verzamelen en verstrekken (het tarief geldt per 5 minuten die het je kost). Meer hierover lees je in de tarievenlijst op onze website, onder het kopje Informatieverstrekking.

LET OP: dit tarief mag je niet in rekening brengen bij instanties die je op basis van een wettelijke verplichting informatie moet verstrekken over de medische gezondheidstoestand van patiënten. Hieronder vallen informatieverzoeken op basis van de Zvw, Wmo, Wlz, de Wet Zorg en Dwang, de Wet verplichte ggz en Jeugdwet.

Manieren om veilig gegevens uit te wisselen met anderen

Er zijn verschillende manieren om veilig gegevens te kunnen uitwisselen met anderen. De mogelijkheden zijn vaak afhankelijk met wie je de gegevens uitwisselt. We lichten hier de meest gebruikte manieren toe. 

Het Landelijk Schakelpunt (LSP)

Het LSP is een gegevensuitwisselingssysteem op basis van de AORTA-infrastructuur. Via het LSP kun je elektronisch medische gegevens veilig uitwisselen met de huisartsenposten, apotheken en zorginstellingen. Andere partijen, zoals bedrijfsartsen, verzekeringsartsen of arbeidsdeskundigen en arbo-artsen, zorgverzekeraars en de overheid kunnen niet aansluiten op het Landelijk Schakelpunt. Zij kunnen dus ook geen medische gegevens bekijken.

Deze gegevens kun je via het LSP uitwisselen:

  • Medicatiegegevens: de apotheker maakt het uittreksel van medicatiegegevens beschikbaar. De waarnemend apotheker, de waarnemend huisarts op de huisartsenpost en de mede behandelend medisch specialist kunnen dit uittreksel raadplegen.
  • Huisartswaarneemgegevens: alleen de waarnemend huisarts op de huisartsenpost kan een professionele samenvatting van het huisartsdossier raadplegen. Hij of zij kan een waarneemretourbericht sturen naar de huisarts van de patiënt, met daarin informatie over het bezoek.

Medische gegevens worden niet centraal opgeslagen in het netwerk van het LSP. Ze blijven bij de bron: het dossier bij de huisarts of apotheker. Meer informatie hierover vind je op de website van de VZVZ.

De Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) onderhoudt en ontwikkelt de zorginfrastructuur AORTA en het LSP.

  • Je kunt als huisarts terecht bij hun Servicecentrum, voor ondersteuning bij het aansluiten op en het gebruik van het LSP.
  • Je vindt er een brochure over toestemming voor uw patiënten.
  • Je vindt er een factsheet over Intoleranties, Contra-indicaties en Allergieën.

Wij zijn als LHV medeoprichter van de VZVZ. Sindsdien is de organisatiestructuur verandert. Tegenwoordig neemt de LHV als toehoorder deel aan de Algemene Vergadering.

Als je wil aansluiten op het LSP dien je een proces te doorlopen met VZVZ.

Om te kunnen werken met het LSP heb je als huisarts UZI-middelen nodig: een UZI-pas en een UZI-servercertificaat. Als je bent aangesloten op het LSP krijg je eenmalig de kosten van deze UZI-middelen vergoed. Meer uitleg vind je hier.

Edifact

Edifact is een uitwisselstandaard die al sinds de jaren 80 bestaat, maar nog steeds veel gebruikt wordt. Edifact-berichten worden via een elektronische postbus rechtstreeks verstuurd naar een andere zorgverlener. De meest gebruikte toepassingen zijn verwijsberichten, elektronisch receptenverkeer (MEDREC), overdracht tussen huisarts en HAP, labuitslagen (MEDLAB) en specialistenbrieven (zoals ontslagberichten). Edifact is alleen geschikt voor ‘platte’ tekst. HTML, Word of PDF bestanden worden niet ondersteund. Edifact berichten worden via jouw HIS afgehandeld.

Veilige e-mail

Standaard e-mail is niet veilig genoeg om medische gegevens te delen. Hiervoor dien je een veilige mailtoepassing te gebruiken die mailverkeer versleuteld verstuurt en ontvangt, zodat je ervan uit mag gaan dat informatie niet in verkeerde handen valt. Je kunt voor dit soort mailtoepassingen uit verschillende aanbieders kiezen. Check bij de keuze voor een mailtoepassing dat die voldoet aan de NTA7516-normen. Die normen stellen ook eisen aan het gebruik door u als zorgverlener. De leverancier kan aan een aantal van die eisen voldoen namens jou, maar je moet zelf ook een aantal maatregelen treffen om de veiligheid te garanderen. Je leverancier kan je hierbij helpen.

Uitwisseling van gegevens in spoedsituaties

We willen zorgen dat patiënten in spoedsituaties beter worden geholpen, doordat hun actuele medische gegevens beschikbaar zijn voor de zorgverlener die ze in een spoedsituatie zien. Voor de huisarts op de huisartsenpost in de avond-, nacht- en weekenduren is dat al geregeld via het LSP. Maar we willen zorgen dat deze gegevens ook beschikbaar worden voor de zorgverlener op de ambulance en de arts op de Spoedeisende Hulp in het ziekenhuis. Om te voorkomen dat patiënten hun verhaal meerdere keren moeten vertellen en dat belangrijke informatie niet bekend is bij de zorgverleners, terwijl zij met spoed moeten handelen.

Op verschillende manieren proberen we dit als LHV voor elkaar te krijgen. Hierbij benadrukken we altijd ook het belang van het medisch beroepsgeheim en de inspraakmogelijkheid voor de patiënt.

  • Zo hebben we de afgelopen jaren meegewerkt aan het programma ‘Met spoed beschikbaar’. Dit programma ondersteunde de implementatie van de NHG-Richtlijn Gegevensuitwisseling acute zorg. Deze richtlijn beschrijft welke gegevens in acute situaties van belang zijn om digitaal uit te wisselen. In het programma ‘Met spoed beschikbaar’ zijn door het hele land koploperprojecten opgezet, om verbeterde uitwisseling tussen huisarts(post), ambulance en SEH mogelijk te maken. De lessen die daaruit geleerd zijn, kunnen zorgaanbieders in andere regio’s helpen met hun eigen implementatie. In juli 2023 is het programma ‘Met spoed beschikbaar’ beëindigd. Het is nu aan de sectoren zelf om de verdere implementatie rond te krijgen.
  • Ook pleiten we voor een aanpassing van wetgeving, zodat er bij spoedsituaties een opt-out voor gegevensuitwisseling gaat gelden (dat betekent: bezwaar maken vooraf als je géén uitwisseling wilt bij spoed), in plaats van de huidige opt-in (toestemming geven vooraf dat gegevens wel gedeeld mogen worden). Zo willen we de kans vergroten dat cruciale informatie beschikbaar is in spoedgevallen, zoals veel patiënten ook willen en verwachten. Dit pleidooi lijkt succesvol: de overheid komt in de tweede helft van 2023 met een wetsvoorstel om een opt-out-systeem voor spoedzorg wettelijk te regelen. We volgen deze ontwikkelingen op de voet en zullen het wetsvoorstel analyseren en becommentariëren om te zorgen dat het in lijn is met wat werkt voor de huisartsenzorg en de patiënten.

Bekijk de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens voor meer informatie over het uitwisselen, verzamelen en opslaan van medische gegevens. In deze richtlijn vind je de regels voor het omgaan met medische gegevens in diverse situaties. Deze richtlijn biedt je als huisarts een handvat voor. De KNMG biedt je daarnaast ook:

Nieuws

De minister van VWS heeft een voorstel gepubliceerd voor de Wet opvraagbaarheid gegevens bij spoedeisende zorg. Als LHV zijn we

Zorg dat in het belang van de kwaliteit van zorg professionals altijd inzicht hebben in medicatiegegevens van patiënten, tenzij een

Dinsdag 18 april heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz). Het streven