Spring naar content

Voldoen aan wet DBA

De wet DBA wil schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie voorkomen, bij het langdurig inzetten van waarnemers in de huisartsenpraktijk. Hier lees je wat je als praktijkhouder en waarnemer kunt doen, om aan de wet te voldoen. En welke hulpmiddelen je als lid het beste kunt gebruiken.

Na een lange stilte heeft het kabinet in 2022 haar plannen rond de wet DBA toegelicht. Uit die plannen blijkt dat het kabinet voornemens is om uiterlijk per 1 januari 2025, maar eerder indien mogelijk, het handhavingsmoratorium van de Wet DBA volledig op te heffen. Hoe het concreet vormgegeven gaat worden, is nog onduidelijk. In dit bericht beschrijven we de kabinetsplannen.

Bij invoering van de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) in 2016 is destijds besloten daarop niet te handhaven ten aanzien van opdrachtgevers (praktijkhouders)*. Daarin lijkt nu verandering te komen. In de kabinetsreactie hebben de Staatssecretaris Financiën – Fiscaliteit en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het einde van het handhavingsmoratorium Wet DBA aangekondigd. In december 2022 is de Voortgangsbrief over werken met en als zelfstandige(n) naar de Kamer gestuurd.

*Ten aanzien van opdrachtnemers (zelfstandigen) heeft handhaving op schijnzelfstandigheid wel plaatsgevonden. Erkend wordt nu wel dat aanslagen inkomstenbelasting in de afgelopen jaren slechts sporadisch zijn gecorrigeerd.

Het kabinet is nog aan het bekijken hoe het handhavingsmoratorium op een zorgvuldige manier kan worden opgeheven. Volledige handhaving kan volgens het kabinet alleen plaatsvinden als er duidelijkheid is over regelgeving en er een gelijker speelveld is tussen werknemers en zzp’ers wat betreft fiscaliteit, arbeidsrecht en sociale zekerheid. In het najaar volgt daarover een Kamerbrief. Tijdens het commissiedebat van 30 juni 2023 werd wel al aangekondigd dat een wetsvoorstel over dit onderwerp pas op zijn vroegst in 2024 naar de Tweede Kamer zal worden gezonden. Daaraan voorafgaand neemt de overheid wel maatregelen op het verkleinen van de verschillen in sociale zekerheid en belastingen tussen zelfstandigen en werknemers.

In de praktijk zet de Belastingdienst nu al in op het uitvoeren van meer bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken. Wij hebben hierover vanuit onze leden tot op heden slechts een enkel signaal ontvangen. Duidelijk is echter dat de capaciteit hiervoor bij de Belastingdienst wordt vergroot gedurende het jaar. Indien een bedrijfsbezoek/boekenonderzoek bij jou aan de orde is, kun je met vragen bij ons terecht via jz@lhv.nl.

Het kabinet zet voor de aanpak van schijnzelfstandigheid in op drie sporen:

  1. Verbeteren van handhaving en toezicht:

Betere handhaving door de afbouw van het handhavingsmoratorium creëert een gelijker speelveld tussen werkgevers en werkenden (onderling).

Met een gelijker speelveld wordt, volgens het kabinet, het onderscheid beperkt tussen degenen die met schijnzelfstandigen werken en degenen die met werknemers in loondienst werken. Inzetten op handhaving zou bovendien bijdragen aan de naleving van wet- en regelgeving. Het achterliggende, bredere maatschappelijke belang van verbeterde naleving is het socialezekerheidsstelsel betaalbaar en solidair houden (door de afdracht van premies, en anderzijds arbeidsrechtelijke bescherming van werknemers in loondienst).

Daarnaast zet het kabinet in op twee andere sporen, die een langere doorlooptijd kennen:

  1. Creëren gelijker speelveld tussen werknemers (in loondienst) en zzp’ers, wat betreft arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit:

In dit kader ligt de focus op:

  • afbouwen van de zelfstandigenaftrek
    de afbouw van de fiscale zelfstandigenaftrek wordt versneld en verder doorgetrokken dan eerder voorzien. Vanaf 2023 wordt de zelfstandigenaftrek in zes fases afgebouwd/verlaagd. Het kabinet bouwt de maximale zelfstandigenaftrek verder af tot €1.200 in 2030. Daardoor wordt de financiële prikkel om als/met een zzp’er te werken kleiner. Het kabinet hoopt daarmee de verstoorde allocatie op de arbeidsmarkt te beperken, omdat het werken als zzp’er relatief minder aantrekkelijk wordt. Zelfstandigen worden gedurende deze kabinetsperiode gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting.
  • afschaffen van de fiscale oudedagsreserve (FOR) per 1 januari 2023
    Ambitie is het komen tot een arbeidsvormneutraal pensioenkader. Na het afschaffen van de FOR blijft het mogelijk om de stakingswinst (gedeeltelijk) belastingvrij om te zetten in een lijfrente (stakingswinstlijfrente). Daarnaast blijft het mogelijk om te sparen in de zogenoemde derde pijler (kwalificerende lijfrenteproducten e.d.). Zo kan volgens het Ministerie van Financiën door een ondernemer een reële externe oudedagsvoorziening blijven worden opgebouwd.
  • faciliteren van zelfstandigen in pensioenopbouw
    Via experimenteerwetgeving wil het kabinet bijvoorbeeld de mogelijkheid bieden om pensioenregelingen in de tweede pijler open te stellen voor vrijwillige aansluiting door zelfstandigen. Pensioenopbouw blijft een eigen verantwoordelijkheid voor zelfstandigen die niet onder een verplichte pensioenregeling vallen.
  • invoering verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
    De uitwerking hiervan wordt momenteel nog bezien. In de hoofdlijnenbrief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 juli geeft het kabinet aan dat bepaalde belangrijke elementen (m.n. opt-out mogelijkheid en inrichting van een Onderling Waarborgfonds) verder uitgewerkt moeten worden, en dat het verwacht de nodige denkwerk daarvoor eind 2022 te kunnen afronden. Gekeken wordt naar betaalbaarheid, uitvoerbaarheid en uitlegbaarheid. In 2023 hoopt het kabinet dat met een wetsvoorstel te kunnen komen over dit onderwerp.

De bovengenoemde fiscale wijzigingen gelden voor alle ondernemers, en waren overigens al eerder door de overheid aangekondigd.

3. Meer duidelijkheid over de kwalificatie van de arbeidsrelatie:

Het kabinet is voornemens om de relevante wet- en regelgeving te verduidelijken, zodat het arbeidsrechtelijk en fiscaal onderscheid tussen loondienst en zelfstandigheid wordt verhelderd. Ingezet wordt op het verder verduidelijken van het begrip “gezag”. Dit omdat gezag (het werken in dienst van een ander) het voornaamste criterium is waarover onduidelijkheid kan bestaan rondom de beoordeling van arbeidsrelaties, aldus het kabinet.

Verduidelijking draagt bij aan zekerheid over de beoordeling van de arbeidsrelatie, wat vervolgens, volgens het kabinet, leidt tot betere naleving van de wet- en regelgeving en het risico op naheffingen en boetes in geval van herkwalificatie van de arbeidsrelatie verlaagd.

Het kabinet geeft aan de webmodule beoordeling arbeidsrelatie verder te willen ontwikkelen (eventueel aangepast en ingekort indien het gezagscriterium is verduidelijkt). Nog niet duidelijk is welke rol de webmodule exact krijgt. De LHV heeft eerder haar zorgen geuit over dit instrument, omdat de webmodule slecht toepasbaar blijkt voor de (huisartsen)zorg. We houden hierbij vinger aan de pols.

Uiteraard blijven we het traject met prioriteit volgen. De LHV blijft in gesprekken met de Ministeries van SZW, Financiën en VWS de specifieke aandachtspunten en impact van (het handhaven van) de Wet DBA voor de (huisartsen)zorg onder de aandacht brengen.

Wij informeren u uiteraard zodra duidelijk is wat de plannen van het kabinet voor waarnemers en andere zzp-praktijkmedewerkers in de huisartsenzorg betekenen en op welke termijn volledig wordt gehandhaafd.

Onze instrumenten voor meer zekerheid

Zo lang de wet nog geen volledige zekerheid biedt over je arbeidsrelatie, helpen wij jou als lid zo goed mogelijk met instrumenten die je wél op weg helpen. Bekijk wat het beste bij jouw situatie past. En neem contact met ons op, als je nog vragen hebt over jouw specifieke situatie.

Ook adviseren wij je, om je arbeidsrelatie regelmatig met elkaar te bespreken. Ook als je de modelovereenkomsten gebruikt. Doe dit zeker naarmate je langer en exclusiever samenwerkt. Als de voorwaarden van de overeenkomst of criteria voor ondernemerschap onder druk staan, is het verstandig samen te kijken naar andere vormen van samenwerken.

Om toch zoveel mogelijk zekerheid te krijgen over je arbeidsrelatie, kun je werken met onze door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten. Als je daadwerkelijk werkt zoals je daarin hebt vastgelegd, wordt de opdracht bestempeld als ‘buiten dienstbetrekking’. We hebben ook een nieuwe modelovereenkomst praktijkmedewerking, die langdurige waarneming onder voorwaarden mogelijk maakt.

Met de LHV contractgenerator stel je als lid in enkele minuten gratis een kant-en-klare waarneemovereenkomst op. De duur van de waarneming bepaalt wat voor contract je nodig hebt. We hebben diverse varianten voor je opgesteld, je kunt ze hier vergelijken. Passen deze vormen niet bij jouw specifieke situatie? Neem dan contact op met onze juristen.

Bekijk alle modelovereenkomsten in de LHV contractgenerator

Zolang de wet DBA jou geen definitieve zekerheid biedt over je arbeidsrelatie, verkennen veel waarnemers en praktijkhouders hun opties. In onze keuzewijzers lees je welke juridische samenwerkingsvormen en alternatieven je hebt als waarnemer en praktijkhouder. Heb je vragen? Wij helpen je graag bij het maken van de juiste keuze zodat je jouw vak met plezier kunt uitoefenen. Neem contact op voor een persoonlijk gesprek.

Bekijk al onze keuzewijzers voor waarnemers:

Bekijk onze handreikingen voor praktijkhouders:

De overheid doet een pilot met een zzp-webmodule. Deze moet opdrachtgevers helpen hun arbeidsrelaties goed te beoordelen. De online vragenlijst is anoniem, niet verplicht en de pilot geeft volgens de minister van Sociale Zaken ook nog geen zekerheid.

Tot dusverre vinden wij deze webmodule een te generiek hulpmiddel, dat onvoldoende aansluit bij de huisartsenzorg. Ook kan aan de uitkomst tijdens de pilot nog geen rechtszekerheid ontleend worden. Daarom adviseren wij je te werken met onze door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten. De pilotperiode wordt in de zomer van 2021 afgerond. Na evaluatie wordt besloten of de webmodule definitief wordt ingevoerd.

Mocht je de vragenlijst toch willen invullen, je vindt hem hier: startvragenlijst.nl/pilotwba. We zijn benieuwd naar jouw ervaringen. Die kun je met ons delen via bb@lhv.nl. Mede vanwege deze pilot, is de handhaving aan de opdrachtgeverszijde verder uitgesteld tot januari 2022.

Lees meer in dit nieuwsbericht

Stand van zaken 2021

DBA staat voor Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie. Op de website van de Belastingdienst lees je wat de wet DBA precies inhoudt. De wet heeft sinds invoer nog niet de gehoopte duidelijkheid gebracht over inzet van zzp’ers. De wet blijft van kracht, maar wordt tot 1 januari 2022 niet volledig gehandhaafd. Intussen werkt de overheid aan nieuwe regelgeving. In deze video geven wij een update:

Uw vragen over Wet DBA

Hier beantwoorden uw belangrijkste vragen. Hebt u toch nog een vraag over uw situatie? Neem dan contact op voor een persoonlijk gesprek.

Als een huisarts werkt voor een praktijkhouder, doet deze dat als medewerker, óf als zelfstandig waarnemer. Meer smaken zijn er niet. Iemand werkt als zelfstandige als er geen sprake is van een dienstbetrekking. Meestal omdat werkgeversgezag ontbreekt. Feiten en omstandigheden bepalen dit. Niet hoe u het zelf noemt, of wat u boven een overeenkomst zet.

Om een voorbeeld te geven: als de opdrachtgever in de praktijk bepaalt hoe de zzp’er moet werken, is deze zzp’er feitelijk een medewerker. Ook als de partijen werken met een zzp overeenkomst.

Het onderscheid tussen een medewerker en een zzp’er is belangrijk voor het arbeidsrecht, de belastingen en verzekeringen. Een medewerker heeft bijvoorbeeld recht op ontslagbescherming en betaalde vakantiedagen. Een zzp’er niet. Ook is een medewerker verzekerd voor ziekte en werkloosheid. Een opdrachtgever draagt hiervoor sociale premies af. Een zelfstandige moet deze risico’s zelfstandig dragen.

Zelfstandige zijn betekent dus werken buiten dienstbetrekking. Of een zzp’er buiten dienstbetrekking werkt is de totaalweging van meerdere factoren in onderling verband. Bijvoorbeeld: zzp’er is zelf verantwoordelijk voor aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen. Mag zelf een eigen tijdsindeling maken en mag voor meerdere opdrachtgevers tegelijk werken. In de memo Toetsing arbeidsrelatie waarnemer leest u alle elementen die meewegen uitvoerig terug.

Het risico dat u loopt is dat de Belastingdienst een langdurige zzp-opdracht van een waarnemer achteraf alsnog bestempelen als dienstbetrekking. En vervolgens alsnog premies of loonheffingen incasseren bij praktijkhouders. Of bij waarnemers alsnog de zelfstandigenaftrek en MKB-vrijstelling gaat terugvorderen.

De wet DBA verbiedt zzp’en in de huisartszorg niet. Wél vraagt de wet van zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever om de arbeidsrelatie juist te duiden en zodoende schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie te voorkomen.

Het kabinet zet met een breder pakket in op het voorkomen van schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie:

  • Duidelijkheid over de kwalificatie van de arbeidsrelatie (via de webmodule en door uitleg van het gezagscriterium in het Handboek Loonheffingen)
  • Via een nieuw pensioenstelsel met mogelijk vrijwillig aansluiten van zzp’ers
  • Via een wettelijke verzekeringsplicht voor zelfstandigen tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico
  • Via de afbouw van de zelfstandigenaftrek
  • Door het gesprek met de sectoren en experts aan te gaan om te onderzoeken hoe de voorstellen van de Commissie Regulering van werk kunnen bijdragen aan het:
    • Verkleinen van de verschillen werknemer / zelfstandige
    • Meer verduidelijking van de regels
    • Modernisering van de arbeidsmarkt

Als waarnemer zult u voor wat betreft de te betalen Inkomstenbelasting gebruik willen maken van de zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-vrijstelling. Voorwaarde daarvoor is dat u kwalificeert als ondernemer. Hiervoor is het bijvoorbeeld van belang dat u niet te afhankelijk bent van 1 opdrachtgever.  Ook zaken als het wel of niet lopen van ondernemersrisico spelen een rol.

Wanneer u bijvoorbeeld 5 jaar lang 4 dagen per week werkt voor 1 opdrachtgever, wordt u door de Belastingdienst naar alle waarschijnlijkheid niet meer gezien als ondernemer voor de inkomstenbelasting. Helaas is het niet zwart-wit wanneer u nog wel en wanneer u geen ondernemer bent voor de inkomstenbelasting. 2 hulpmiddelen die u hierbij helpen zijn de memo toetsing arbeidsrelatie waarnemer en de ondernemerscheck van de Belastingdienst.

Onze tips:

  • Tip 1: maak gebruik van modelovereenkomsten (contractgenerator);
  • Tip 2: handel zoals weergegeven in de modelovereenkomsten;
  • Tip 3: zorg voor meerdere opdrachtgevers;
  • Tip 4: leun niet te lang te op 1 opdrachtgever (voor meer dan 70 procent);
  • Tip 5: blijf niet jarenlang onafgebroken bij 1 (substantiële) opdrachtgever hangen;
  • Tip 6: maak reclame (website) en presenteer je zakelijk (briefpapier en visitekaartjes).

Hoe zit het met handhaving wet DBA?

De handhaving aan de werkgeverszijde wordt verder uitgesteld tot naar verwachting begin 2022. Bij een bezoek kan de Belastingdienst wel controleren of de overeenkomsten voldoen aan de wet. Om het beoordelen te vereenvoudigen is de Belastingdienst per 11 januari 2021 een pilot met een webmodule gestart. Deze webmodule is vooralsnog ongeschikt voor de zorg, omdat er te weinig rekening wordt gehouden met zorg specifieke zaken. Hierdoor is de uitkomst niet correct. 

Dit betekent overigens niet dat er tot die tijd niet gehandhaafd wordt, maar slechts in beperkte mate en bij specifieke situaties, zoals bij kwaadwillendheid en het niet tijdig opvolgen van aanwijzingen.

Aanscherping handhaving
Als de Belastingdienst meent dat een bepaalde arbeidsrelatie een (fictieve) dienstbetrekking is terwijl de opdracht in zzp-verband wordt uitgeoefend, geeft de inspecteur een aanwijzing. Er wordt aangegeven wat het manco is en vervolgens krijgen partijen een aantal maanden de tijd om de situatie aan te passen.

Dit kan betekenen dat de opdracht moet worden omgezet naar een loondienstverband, dat er bijvoorbeeld aanpassingen gedaan kunnen worden in de wijze waarop men met elkaar samenwerkt. Of dat de opdrachtgever de arbeidsrelatie verder verduidelijkt.

Pas als de aanpassingen niet worden doorgevoerd kan de Belastingdienst een sanctie (boete) opleggen en loonbelasting en sociale premies naheffen. Dit kan eventueel met terugwerkende kracht tot het moment dat de aanwijzing gevolgd had moeten worden. 

Bent u waarnemer?
Dan is het van belang dat u zich realiseert dat het handhavingsmoratorium enkel betrekking heeft op de Wet DBA (beoordeling of er sprake is van een dienstbetrekking in een specifieke opdracht) en niet op de handhaving van de wet inkomstenbelasting. Dit betekent dat wanneer de Belastingdienst een controle uitvoert bij de waarnemer, de Belastingdienst wél kan handhaven op het niet aanwezig zijn van ondernemerschap voor de inkomstenbelasting. Zie over het begrip ondernemer voor de inkomstenbelasting de veelgestelde vraag Wanneer bent u volgens de Belastingdienst zzp’er (zie hierboven)?

Stel dat de Belastingdienst dus constateert dat u als waarnemer géén ondernemer was, kunnen met terugwerkende kracht de ondernemersvoordelen worden teruggevorderd (zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-vrijstelling), eventueel nog verhoogd met een boete.

Zowel de webmodule als de modelovereenkomsten hebben als doel voorafgaand aan een opdracht duidelijkheid te geven of een opdracht buiten dienstbetrekking kan worden uitgeoefend. De wijze waarop dit gebeurd verschilt echter:

De webmodule:
De webmodule wordt een generiek hulpmiddel voor alle zzp’ers en branches. Daardoor wordt door het invullen van enkele tientallen vragen voorafgaand aan een opdracht duidelijkheid gegeven over de aard van de arbeidsverhouding.

Komt uit de webmodule dat de opdracht via een zzp-constructie kan worden uitgeoefend en werken partijen conform de opgegeven situatie, dan kan de Belastingdienst niet achteraf concluderen dat alsnog loonbelastingen en sociale premies moeten worden betaald. 

De modelovereenkomsten:
De modelovereenkomsten zijn juist in het leven geroepen als maatwerk voor specifieke situaties zoals in de huisartsenzorg. Dit om bij twijfel over de dienstbetrekking toch samen te kunnen werken buiten dienstbetrekking.

In de overeenkomst leggen partijen zaken vast, waardoor het mogelijk wordt om buiten dienstbetrekking met elkaar te werken. De LHV heeft door de Belastingdienst goed gekeurde modelovereenkomsten voor u ter beschikking.

Wordt conform de overeenkomst gewerkt, dan kwalificeert de Belastingdienst de samenwerking achteraf niet als dienstbetrekking.

Biedt de nieuwe modelovereenkomst Praktijkmedewerking mogelijkheden voor (langdurige) vaste waarneming? En moet ik nog steeds meerdere werkgevers hebben?

De modelovereenkomst Praktijkmedewerking zorgt ervoor dat een specifieke waarneemopdracht niet wordt gezien als een dienstverband. Als u en uw opdrachtgever zich ook houden aan wat er in de overeenkomst beschreven staat natuurlijk.

Als waarnemer moet u echter ook ondernemer zijn om in aanmerking te komen voor de fiscale voordelen van ondernemerschap (MKB- vrijstelling, zelfstandigenaftrek en onder omstandigheden de startersaftrek). De overeenkomst biedt daarvoor géén garanties.

Op de website van de Belastingdienst leest u hoe de Belastingdienst aankijkt tegen het ondernemerschap en hoe u ervoor zorgt ondernemer te zijn

Tip: Bekijk ook ons document waarin de regelgeving wordt uitgelegd aan de hand van de praktijk bij huisartsen.

Is het een alternatief om als waarnemer een bv op te richten om te voorkomen dat er sprake is van een arbeidsrelatie die gezien wordt als dienstverband?

Of u nu als DGA (directeur-grootaandeelhouder) vanuit een eigen bv werkt, of vanuit uw eenmanszaak, dat maakt niet zo heel veel uit. In beide gevallen kan de Belastingdienst de feitelijke arbeidsrelatie van u als waarnemer met de opdrachtgever toetsen en oordelen dat er sprake is van een dienstbetrekking.

De Belastingdienst prikt hier dus kort gezegd doorheen. Dit laatste is ook bevestigd door rechtspraak van na 2016 (het jaar waarin de Wet DBA van toepassing werd).  

Wanneer is starten van bv interessant?
Hiernaast is het van belang dat u zich realiseert dat het starten of het overstappen naar een bv als rechtsvorm fiscaal pas interessant is wanneer u als zzp’er een behoorlijke winst maakt. Er zijn immers een aantal belastingvoordelen zoals MKB-winstvrijstelling, startersaftrek en ondernemersaftrek waarvan een eenmanszaak wél gebruik van kan maken maar een bv niet. 

De belangrijkste reden hiervoor is dat u als eigenaar en directeur in loondienst komt van uw eigen bv. Over het salaris moet u dan ook loonbelasting en sociale premies afdragen. Daarna moet er nog vennootschapsbelasting en dividendbelasting worden afgedragen.

Het is dus goed om van tevoren precies uit te rekenen of het onderaan de streep wel zo gunstig is om als zzp´er te kiezen voor een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid. Als omslagpunt wordt veelal een winst van grofweg 120.000 euro per jaar genomen. Voor de meeste waarnemers zal dat omslagpunt niet worden gehaald. Dit is overigens een absoluut getal, er is dus géén deeltijdfactor of iets dergelijks.   

Zichzelf vanuit de bv een zo laag mogelijk loon geven om zo minder belasting en lagere sociale premies af te dragen werkt niet. De Belastingdienst kijkt altijd naar “gebruikelijk salaris” en houdt over dit loon de loonbelasting, de premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet in.

Het korte antwoord is: Nee, de inhuur van een zzp-doktersassistent brengt altijd risico’s mee voor u en de assistent.
Een van de problemen van het werken als zzp-doktersassistent is dat je moeilijk kunt betogen dat een gezagsrelatie ontbreekt. Terwijl juist het ontbreken van die gezagsrelatie een belangrijk kenmerk is van de fiscale en juridische kwalificatie van een zzp’er.

Veel zzp-doktersassistenten zullen bij controle door de Belastingdienst al snel worden gekwalificeerd als werknemer. Bij handhaving door de Belastingdienst is er dus altijd een fiscaal risico dat de belastingdienst premies e.d. gaat naheffen bij opdrachtgevers, en dat door de zzp’er genoten ondernemersvoordelen dienen te worden terugbetaald, omdat er sprake was van een schijndienstverband.

Toch zijn de afgelopen jaren in toenemende mate assistenten zelfstandig gaan werken. De krapte op de arbeidsmarkt werkt dat in de hand. Daarnaast handhaaft de Belastingdienst aan de opdrachtgeverszijde vooralsnog slechts zeer beperkt. Toch ligt het in de lijn van de verwachting dat er meer handhaving gaat komen. Dat kan bij een controle (nu reeds voor de opdrachtnemer/zzp’er) en op termijn bij controle aan de opdrachtgeverskant en naar aanleiding van gewijzigd overheidsbeleid tot problemen leiden.

Verdere aandachtspunten bij inzet zzp-doktersassistent:

  • Btw is niet verrekenbaar

Het beroep van doktersassistente is geen beroep dat onder de Wet BIG valt waardoor geen beroep gedaan kan worden op de btw-vrijstelling. Dit betekent dat u dit zelf moet betalen.

Als de doktersassistente wel zelf over een BIG-registratie beschikt omdat hij/zij de opleiding tot verpleegkundige heeft gevolgd, geldt de vrijstelling geldt voor die werkzaamheden die vallen binnen het deskundigheidsgebied van de verpleegkundige. Alleen die werkzaamheden die vallen binnen het werkgebied als verpleegkundige zijn vrijgesteld.

  • Zzp-doktersassistenten werken vaak zonder eigen klachtenregeling

Patiënten kloppen bij klachten of claims richting assistenten meestal bij de praktijkhouder aan. Dat vinden we in het kader van de patiëntvriendelijkheid ook positief. Daarin ziet de Belastingdienst echter ook een aanwijzing dat er sprake is van een dienstbetrekking.

  • Dekking beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Het is verstandig om bij de verzekeraar (of tussenpersoon) na te gaan of de doktersassistenten die op zzp-basis werkzaam zijn, vallen onder de dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van uw praktijk. Vaak is dit niet zo en loopt u extra risico.

Deze redenen maken dat de LHV geen modelovereenkomsten beschikbaar maakt voor de inzet van zzp-doktersassistenten. We raden de inzet af, gezien de beschreven risico’s voor u en de assistent. Aan te raden is om, als toch wordt overwogen een doktersassistent op zzp-basis in te zetten, wel altijd een overeenkomst te gebruiken (een bewerkte variant van de waarnemersovereenkomst of algemeen model op de website van de Belastingdienst geen werkgeversgezag), ook al is de inzet van korte duur. Dat geeft u echter geen zekerheid ten aanzien van de fiscale beoordeling van de inzet, en doet niet af aan de hiervoor omschreven risico’s.

Ons standpunt en onze acties

Als LHV-lid kunt u het volgende van ons verwachten:

  • Wij gaan door met onze lobby.
  • We sluiten aan bij de sectorale gesprekken.
  • We houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en blijven u informeren.
  • Onze juristen geven u eerstelijns advies. Lees waar wij u mee kunnen helpen.
  1. Een zzp-webmodule die werkt voor de huisartsenzorg.
  2. Behouden LHV-modelcontracten.
  3. Nieuwe modelcontracten om langdurige inzet van zzp-huisartsen te faciliteren (contact Belastingdienst).
  4. Behouden flexibele schil (waarnemen bij ziek, piek en uniek).
  5. Belangenbehartiging bij verschillende stakeholders over hoe wetgeving de huisartsenzorg raakt.
  6. Voorkomen van extra administratieve lasten voor onze leden.
  7. Voorkomen dat voorstellen schuren met huidig gezondheidsrecht.
  8. Behouden van flexibele schil binnen de huisartsenzorg door inzet van zzp’ers. Minimaal moet er ruimte zijn voor de inzet bij ziekte, pieken en andere vormen van tijdelijke inzet. Onze waarnemers zijn onmisbaar voor het goed functioneren van de huisartsenzorg.

Uiterlijk per 1 januari 2025, maar eerder indien mogelijk

Einde handhavingsmoratorium voor opdrachtgevers.

Zomer 2023

Internetconsultatie wetsvoorstel
Het kabinet werkt haar plannen uit in een wetsvoorstel dat richting de zomer van 2023 voor internetconsultatie voor kan liggen en na de zomer 2023 aan de Raad van State kan worden gezonden. De planning is erop gericht om begin 2024 het uiteindelijke voorstel bij de Kamer in te dienen en dan voor 1 januari 2025 de wetgeving te publiceren.

Najaar 2022 Kamerbrief

Stappenplan om te komen tot duidelijkheid over regelgeving en hoe er een gelijker speelveld komt tussen werknemers en zzp’ers wat betreft fiscaliteit, en sociale zekerheid.

september 2021

Introductie webmodule uitgesteld

januari 2021

Start pilot zzp webmodule

eind 2020

Na gesprekken ministerie SZW staan ze open voor specifieke zorgbrede evaluatie van de webmodule, op ons verzoek.

najaar 2020

Kabinet stelt fiscaal handhavingsmoratorium uit tot januari 2022, in afwachting van resultaten zzp webmodule. Alleen boetes als opdrachtgevers zich kwaadwillend opstellen.

najaar 2020

Ministerie SZW schuift bedenken oplossingen voor schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie door naar volgend kabinet. 

najaar 2020

Kabinetsreactie op rapport Commissie Borstlap.

zomer 2020

Staatssecretaris Financiën reageert per brief op uitrol pilot webmodule, indicatoren, criteria en de weging ervan.

februari 2020

Stichting van de Arbeid adviseert over uitwerking verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (onderdeel pensioenakkoord).

januari 2020

Tussenrapport Commissie Regulering van Werk met meer structurele voorstellen over zelfstandigen. Met als rode draad verkleinen van fiscale en sociale zekerheidsverschillen tussen werknemers en zelfstandigen.

november 2019

Nader bericht over webmodule, de digitale manier om een opdrachtgeversverklaring aan te vragen voor opdrachten boven minimumtarief.

november 2019

Aangepast wetsvoorstel met webmodule voor middencategorie van de zzp-markt. LHV benadrukt dat dit one size fits all product onvoldoende rekening houdt met zorgprofessionals. Omdat de webmodule optioneel is, blijven onze modelovereenkomsten geldig. Vaste waarnemingen die jaar na jaar verlengd worden, blijven een risico.

november 2019

LHV, KNMT, FMS en de VvAA geven gezamenlijk 3 adviezen als reactie op de Internetconsultatie. Lees het in dit nieuwsbericht.

oktober 2019 

Start Internetconsultatie over concept wetsvoorstel minimumtarief en zelfstandigenverklaring (opdrachten boven € 75,-).

oktober 2019

Voorbereiden internetconsultatie regelgeving bovenkant en onderkant markt.

september 2019

Tweede Kamer neemt motie D66 en VVD aan om termijn van één jaar voor interim opdrachten mogelijk te verruimen. Dat geldt dan ook voor de gezondheidszorg.

augustus 2019

Gesprek met Directeur Arbeidsverhoudingen SZW. Opnieuw zorgen geuit, met name over opdrachten langer dan een jaar.

juni 2019

Voortgangsbrief minister SZW: handhaving uitgesteld tot 2021, scherpe randjes voor tijdelijke waarneming eraf. Ook wordt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen verplicht.

februari 2019

LHV uit zorgen dat zorgspecifieke punten onvoldoende worden meegenomen in het wetsvoorstel. met negatieve gevolgen voor de gezondheidszorg. 

juni 2018

LHV stuurt samen met andere beroepsorganisaties een brief aan Tweede Kamer. Doel: de zorg betrekken bij de nieuwe wet en de bijzondere positie van zzp’ers in de zorg aandacht geven.

juni 2017

Invoering wet DBA verder uitgesteld overgangsperiode opnieuw verlengd.

april 2017

De LHV waarschuwt de overheid geen regels te ontwerpen die de duur van waarneemcontracten beperken. Korte en lange waarneming is belangrijk voor continuïteit en kwaliteit van zorg.

februari 2017

Nieuw in de LHV-generator: waarneemcontracten opstellen voor apotheekhoudende praktijken.  

november 2016

Overgangsperiode voor invoering modelcontract wordt verlengd.

februari 2016

Eerste Kamer besluit dat VAR definitief verdwijnt en wordt vervangen door modelcontract voor zzp’ers.

Bekijk ook

Nieuws

Overweeg je een maatschap met de waarnemer die al een tijd in jouw praktijk werkt? Of ben je waarnemend huisarts

Met de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) wordt de inzet van waarnemers in de huisartsenpraktijk moeilijk, zo niet

Er waren eind vorig jaar veel vragen van waarnemers over de aansluitovereenkomst met de HAP. Cruciale vraag was of een