Spring naar content

Kamerbrief werken met en als zelfstandige(n): impact voor zzp’ers in de zorg?

Op vrijdag 16 december heeft het kabinet een brief aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin ze aangeven hoe ze kijken naar de wet DBA en de handhaving daarvan. De voortekenen in het coalitieakkoord lieten zien dat het kabinet een harde lijn wil inzetten om het aantal zelfstandigen zonder personeel terug te brengen en schijnzelfstandigheid tegen te gaan in de volledige arbeidsmarkt. De huidige plannen hebben vermoedelijk ook flinke impact op de zorg. Lees in dit bericht de belangrijkste punten en wat de LHV voor jou doet.

De LHV is al sinds 2016 intensief aan het lobbyen op dit dossier waarin het gaat over de volledige arbeidsmarkt en de huisartsensector slechts een klein deel van uitmaakt. Daarom werkt de LHV samen in een coalitie om voor de zorgsector aandacht te krijgen. Graag delen we met je de kamerbrief en lichten we in dit bericht de belangrijkste elementen uit.

1. Inzet kabinet

Het kabinet neemt maatregelen langs drie lijnen:

  1. Het creëren van een gelijker speelveld (fiscale en sociale zekerheid) tussen werknemers (in loondienst) en zelfstandigen.
  2. Het verduidelijken van de beoordeling van de arbeidsrelatie (regels over wanneer als werknemer gewerkt wordt en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden).
  3. Het versterken en verbeteren van de handhaving op schijnzelfstandigheid in voorbereiding op afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025.

Hier ziet de LHV geen wijziging sinds de vorige brief van 5 juli 2022. Op deze 3 sporen blijft het kabinet inzetten.

2. Verduidelijking regelgeving beoordeling arbeidsrelatie

Om meer duidelijkheid en houvast te bieden voor de beoordeling van de arbeidsrelatie, wil het kabinet de drie hoofdelementen uit de jurisprudentie in regelgeving vastleggen:

  1. Worden er instructies gegeven en wordt toezicht gehouden op het werk? (ook wel aangeduid als materieel gezag)
  2. Is het werk organisatorisch ingebed in de organisatie van de werkgevende?
  3. Is er sprake van zelfstandig ondernemerschap binnen een arbeidsrelatie? Dit biedt een contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

Met name het criterium van organisatorisch inbedding is nieuw. Het kabinet erkent in de kamerbrief dat op dit moment nog niet duidelijk is welke impact deze nieuwe insteek in de praktijk en voor de verschillende beroepsgroepen zal hebben. De LHV houdt als onderdeel van de zorgcoalitie scherp in de gaten wat dit gaat betekenen voor zelfstandigen in de (huisartsen)zorg.

De bovengenoemde hoofdelementen uit de jurisprudentie worden de komende tijd nog verder ingevuld en uitgewerkt met de betrokkenen. Voor de zomer zal het concept-wetsvoorstel voor internetconsultatie voorliggen. Begin 2024 gaat er een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer met de uitgewerkte wijzigingen.

De LHV gaat actief aan de slag met het wetsvoorstel om recht te doen aan de lobbypunten. Onze eerder geuite zorgen over het hanteren van een webmodule worden in de kamerbrief benoemd. Het kabinet wil dit instrument verder doorontwikkelen. We blijven monitoren hoe en in hoeverre een webmodule bruikbaar is voor de (huisartsen)zorg.

3. Volledig opheffen handhavingsmoratorium in 2025

Het kabinet heeft de ambitie om op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen. Hiervoor worden diverse acties door de Belastingdienst ingezet om burgers en bedrijven hierop voor te bereiden.

Van belang is dat het werken met modelovereenkomsten nog steeds mogelijk is. Het advies is om daarvan gebruik te blijven maken via onze contractgenerator.

4. Extra aandacht voor werken met en als zzp’ers in de zorg

Het kabinet wil via een werkprogramma aan de slag met de specifieke problematiek in sectoren als kinderopvang, onderwijs en de zorg. Onder meer de werkdruk in die sectoren kan mensen ertoe bewegen om zelfstandige te worden, en tegelijkertijd ziet het kabinet dat er daarmee nog meer werkdruk kan ontstaan voor werknemers in dienst. Daarnaast zijn er zorgen over de daarmee gepaard gaande oplopende kosten. Het kabinet gaat daarom voor deze sectoren de samenhang tussen de generieke maatregelen en de sectorspecifieke maatregelen voor onderwijs, zorg en kinderopvang nadrukkelijk bewaken. Waar nodig worden aanvullende maatregelen genomen, waarbij oog is voor het belang van goed werkgeverschap.

De LHV vindt de extra aandacht voor de zorg nodig en wil in dit werkprogramma inzetten op het behoud van de flexibele schil die nodig is voor ziek en piek. Zeker nu er een enorm tekort is aan huisartsen is flexibiliteit noodzakelijk.

De LHV komt op voor het belang van een flexibele schil in de huisartsenzorg

De komende maanden intensiveert de LHV haar inzet op dit dossier door met jou via je ambassadeurs en in samenwerking met de coalitie ons in te zetten voor de 8 onderwerpen waar wij voor lobbyen:

  1. Een zzp-webmodule die werkt voor de huisartsenzorg.
  2. Behouden LHV-modelcontracten.
  3. Nieuwe modelcontracten om langdurige inzet van zzp-huisartsen te faciliteren (contact Belastingdienst).
  4. Behouden flexibele schil (waarnemen bij ziek, piek en uniek).
  5. Belangenbehartiging bij verschillende stakeholders over hoe wetgeving de huisartsenzorg raakt.
  6. Voorkomen van extra administratieve lasten voor onze leden.
  7. Voorkomen dat voorstellen schuren met huidig gezondheidsrecht.
  8. Behouden van flexibele schil binnen de huisartsenzorg door inzet van zzp’ers. Minimaal moet er ruimte zijn voor de inzet bij ziekte, pieken en andere vormen van tijdelijke inzet. Onze waarnemers zijn onmisbaar voor het goed functioneren van de huisartsenzorg.

Lees meer

Meer weten en lezen over de wet DBA en wat wij voor je doen? Je vindt het in ons thema. En je leest de voortgangsbrief hier.

Nieuws

Met de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) wordt de inzet van waarnemers in de huisartsenpraktijk moeilijk, zo niet

Er waren eind vorig jaar veel vragen van waarnemers over de aansluitovereenkomst met de HAP. Cruciale vraag was of een

Het collegiaal waarnemen van een afwezige huisarts door bijvoorbeeld ziekte of bevallingsverlof door een zelfstandig werkende collega-huisarts is historisch aantoonbaar