Spring naar content

Voldoen aan wet DBA

De wet DBA wil schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie voorkomen, ook in de huisartsenzorg. Hier lees je wat je als praktijkhouder en waarnemer kunt doen, om aan de wet te voldoen. En welke hulpmiddelen je als lid het beste kunt gebruiken.

Onze instrumenten voor meer zekerheid

De wet DBA heeft niet de duidelijkheid en zekerheid gegeven die beoogd was bij de inwerkingtreding. Om toch zoveel mogelijk zekerheid te krijgen over je arbeidsrelatie hebben wij twee instrumenten ontwikkeld:

  • Modelovereenkomsten die zijn goedgekeurd door de Belastingdienst. Als je daadwerkelijk werkt zoals je daarin hebt vastgelegd, wordt de opdracht bestempeld als ‘buiten dienstbetrekking’. We hebben ook een nieuwe modelovereenkomst praktijkmedewerking, die langdurige waarneming onder voorwaarden mogelijk maakt. Je vindt de modelovereenkomsten in de contractengenerator.
  • Keuzewijzers voor alternatieve samenwerkingsvormen. Hierin lees je welke juridische samenwerkingsvormen en alternatieven je hebt als waarnemer en praktijkhouder.

Ook adviseren wij je, om je arbeidsrelatie regelmatig met elkaar te bespreken. Ook als je de modelovereenkomsten gebruikt. Doe dit zeker naarmate je langer en exclusiever samenwerkt. Als de voorwaarden van de overeenkomst of criteria voor ondernemerschap onder druk staan, is het verstandig samen te kijken naar andere vormen van samenwerken.

Contractgenerator

Met de LHV-contractgenerator stel je als lid in enkele minuten gratis een kant-en-klare waarneemovereenkomst op. De duur van de waarneming bepaalt wat voor contract je nodig hebt. We hebben diverse varianten voor je opgesteld.

Keuzewijzers samenwerkingsvormen

In onze keuzewijzers lees je welke juridische samenwerkingsvormen en alternatieven je hebt als waarnemer en praktijkhouder.

Bekijk al onze keuzewijzers voor waarnemers:

Bekijk onze handreikingen voor praktijkhouders:

Wet Vbar

Inmiddels wordt ook gewerkt aan de wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet Vbar). Deze wet moet – meer dan de wet DBA – duidelijkheid geven over wanneer er sprake is van een arbeidsrelatie en wanneer niet.  Daarvoor biedt de wet een toetsingskader om te beoordelen wanneer er sprake is van werknemerschap en wanneer van werk als zelfstandige. Ook regelt de wet dat er een rechtsvermoeden komt waarvan medewerkers met een uurtarief lager dan 32 euro gebruik kunnen maken om een arbeidscontract te krijgen. Net als de wet DBA geldt deze wet niet alleen voor de zorg, maar ook voor allerlei andere sectoren. Het wetsvoorstel ligt momenteel voor advies bij de Raad van State.

Jouw vragen over Wet DBA

Hier beantwoorden de belangrijkste vragen over de wet DBA. Heb je toch nog een vraag over jouw situatie? Neem dan contact op voor een persoonlijk gesprek.

Als een huisarts werkt voor een praktijkhouder, doet deze dat als medewerker, óf als zelfstandig waarnemer. Meer smaken zijn er niet. Iemand werkt als zelfstandige als er geen sprake is van een dienstbetrekking. Meestal omdat werkgeversgezag ontbreekt. Feiten en omstandigheden bepalen dit. Niet hoe je het zelf noemt, of wat je boven een overeenkomst zet.

Om een voorbeeld te geven: als de opdrachtgever in de praktijk bepaalt hoe de zzp’er moet werken, is deze zzp’er feitelijk een medewerker. Ook als de partijen werken met een zzp overeenkomst.

Het onderscheid tussen een medewerker en een zzp’er is belangrijk voor het arbeidsrecht, de belastingen en verzekeringen. Een medewerker heeft bijvoorbeeld recht op ontslagbescherming en betaalde vakantiedagen. Een zzp’er niet. Ook is een medewerker verzekerd voor ziekte en werkloosheid. Een opdrachtgever draagt hiervoor sociale premies af. Een zelfstandige moet deze risico’s zelfstandig dragen.

Zelfstandige zijn betekent dus werken buiten dienstbetrekking. Of een zzp’er buiten dienstbetrekking werkt is de totaalweging van meerdere factoren in onderling verband. Bijvoorbeeld: zzp’er is zelf verantwoordelijk voor aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen. Mag zelf een eigen tijdsindeling maken en mag voor meerdere opdrachtgevers tegelijk werken. In de memo Toetsing arbeidsrelatie waarnemer lees je alle elementen die meewegen uitvoerig terug.

Welk risico loop je?
Het risico dat je loopt, is dat de Belastingdienst een langdurige zzp-opdracht van een waarnemer achteraf alsnog bestempelen als dienstbetrekking. En vervolgens alsnog premies of loonheffingen incasseren bij praktijkhouders. Of bij waarnemers alsnog de zelfstandigenaftrek en MKB-vrijstelling gaat terugvorderen.

De wet DBA verbiedt zzp’en in de huisartszorg niet. Wél vraagt de wet van zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever om de arbeidsrelatie juist te duiden en zodoende schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie te voorkomen.

Als waarnemer zul je voor wat betreft de te betalen Inkomstenbelasting gebruik willen maken van de zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-vrijstelling. Voorwaarde daarvoor is dat je kwalificeert als ondernemer. Hiervoor is het bijvoorbeeld van belang dat je niet te afhankelijk bent van 1 opdrachtgever.  Ook zaken als het wel of niet lopen van ondernemersrisico spelen een rol.

Wanneer je bijvoorbeeld 5 jaar lang 4 dagen per week werkt voor 1 opdrachtgever, word je door de Belastingdienst naar alle waarschijnlijkheid niet meer gezien als ondernemer voor de inkomstenbelasting. Helaas is het niet zwart-wit wanneer je nog wel en wanneer je geen ondernemer bent voor de inkomstenbelasting. 2 hulpmiddelen die je hierbij helpen zijn de memo toetsing arbeidsrelatie waarnemer en de ondernemerscheck van de Belastingdienst.

Onze tips:

  • Tip 1: maak gebruik van modelovereenkomsten (contractgenerator);
  • Tip 2: handel zoals weergegeven in de modelovereenkomsten;
  • Tip 3: zorg voor meerdere opdrachtgevers;
  • Tip 4: leun niet te lang te op 1 opdrachtgever (voor meer dan 70 procent);
  • Tip 5: blijf niet jarenlang onafgebroken bij 1 (substantiële) opdrachtgever hangen;
  • Tip 6: maak reclame (website) en presenteer je zakelijk (briefpapier en visitekaartjes).

Hoe zit het met handhaving wet DBA?
Voor de wet DBA is een zogeheten handhavingsmoratorium van kracht. Dit betekent dat de Belastingdienst slechts in beperkte mate en bij specifieke situaties handhaaft, zoals bij kwaadwillendheid en het niet tijdig opvolgen van aanwijzingen. Het handhavingsmoratorium wordt opgeheven per 1 januari 2025. Dit betekent dat de aanwijzing vervalt en dat de Belastingdienst direct zal handhaven (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025).  Omdat niet verder terug wordt gecorrigeerd en nageheven dan 1 januari 2025 zal de Belastingdienst pas in 2030 weer over de maximale wettelijke termijn van 5 jaar correcties of naheffingen opleggen, met uitzondering van situaties van kwaadwillendheid of na een aanwijzing.

Ben je waarnemer?
Dan is het van belang dat je je realiseert dat het handhavingsmoratorium enkel betrekking heeft op de Wet DBA (beoordeling of er sprake is van een dienstbetrekking in een specifieke opdracht) en niet op de handhaving van de wet inkomstenbelasting. Dit betekent dat wanneer de Belastingdienst een controle uitvoert bij de waarnemer, de Belastingdienst wél kan handhaven op het niet aanwezig zijn van ondernemerschap voor de inkomstenbelasting. Zie over het begrip ondernemer voor de inkomstenbelasting de veelgestelde vraag’ ‘Wanneer ben je volgens de Belastingdienst zzp’er'(zie hierboven)?

Stel dat de Belastingdienst dus constateert dat je als waarnemer géén ondernemer was, kunnen met terugwerkende kracht de ondernemersvoordelen worden teruggevorderd (zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-vrijstelling), eventueel nog verhoogd met een boete.

De modelovereenkomst Praktijkmedewerking zorgt ervoor dat een specifieke waarneemopdracht niet wordt gezien als een dienstverband.

Als waarnemer moet je echter ook ondernemer zijn om in aanmerking te komen voor de fiscale voordelen van ondernemerschap (MKB- vrijstelling, zelfstandigenaftrek en onder omstandigheden de startersaftrek). De overeenkomst biedt daarvoor géén garanties.

Of je nu als DGA (directeur-grootaandeelhouder) vanuit een eigen bv werkt, of vanuit jouw eenmanszaak, dat maakt niet zo heel veel uit. In beide gevallen kan de Belastingdienst de feitelijke arbeidsrelatie van jou als waarnemer met de opdrachtgever toetsen en oordelen dat er sprake is van een dienstbetrekking.

De Belastingdienst prikt hier dus kort gezegd doorheen. Dit laatste is ook bevestigd door rechtspraak van na 2016 (het jaar waarin de Wet DBA van toepassing werd).  

Bedenk ook dat het overstappen naar een bv als rechtsvorm fiscaal pas interessant is wanneer je als zzp’er een behoorlijke winst maakt. Er zijn immers een aantal belastingvoordelen zoals MKB-winstvrijstelling, startersaftrek en ondernemersaftrek waarvan een eenmanszaak wél gebruik van kan maken maar een bv niet. 

Het is dus goed om van tevoren precies uit te rekenen of het onderaan de streep wel zo gunstig is om als zzp’er te kiezen voor een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid. Als omslagpunt wordt veelal een winst van grofweg 120.000 euro per jaar genomen.

Het korte antwoord is: Nee, de inhuur van een zzp-doktersassistent brengt altijd risico’s mee voor jou en de assistent.
Een van de problemen van het werken als zzp-doktersassistent is dat je moeilijk kunt betogen dat een gezagsrelatie ontbreekt. Terwijl juist het ontbreken van die gezagsrelatie een belangrijk kenmerk is van de fiscale en juridische kwalificatie van een zzp’er.

Veel zzp-doktersassistenten zullen bij controle door de Belastingdienst al snel worden gekwalificeerd als werknemer. Bij handhaving door de Belastingdienst is er dus altijd een fiscaal risico dat de belastingdienst premies e.d. gaat naheffen bij opdrachtgevers, en dat door de zzp’er genoten ondernemersvoordelen dienen te worden terugbetaald, omdat er sprake was van een schijndienstverband.

Toch zijn de afgelopen jaren in toenemende mate assistenten zelfstandig gaan werken. De krapte op de arbeidsmarkt werkt dat in de hand. De vraag is of dit met de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 mogelijk blijft.

Verdere aandachtspunten bij inzet zzp-doktersassistent:

  • Btw is niet verrekenbaar

Het beroep van doktersassistente is geen beroep dat onder de Wet BIG valt waardoor geen beroep gedaan kan worden op de btw-vrijstelling. Dit betekent dat je dit zelf moet betalen. Ook als de doktersassistente over een BIG-registratie beschikt omdat hij/zij de opleiding tot verpleegkundige heeft gevolgd. De vrijstelling geldt dan alleen voor die werkzaamheden die vallen binnen het deskundigheidsgebied van de verpleegkundige.

  • Zzp-doktersassistenten werken vaak zonder eigen klachtenregeling

Patiënten kloppen bij klachten of claims richting assistenten meestal bij de praktijkhouder aan. Dat vinden we in het kader van de patiëntvriendelijkheid ook positief. Daarin ziet de Belastingdienst echter ook een aanwijzing dat er sprake is van een dienstbetrekking.

  • Dekking beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Het is verstandig om bij de verzekeraar (of tussenpersoon) na te gaan of de doktersassistenten die op zzp-basis werkzaam zijn, vallen onder de dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van jouw praktijk. Vaak is dit niet zo en loop je extra risico.

Deze redenen maken dat de LHV geen modelovereenkomsten beschikbaar maakt voor de inzet van zzp-doktersassistenten. We raden de inzet af, gezien de beschreven risico’s voor jou en de assistent. Aan te raden is om, als toch wordt overwogen een doktersassistent op zzp-basis in te zetten, wel altijd een overeenkomst te gebruiken (een bewerkte variant van de waarnemersovereenkomst of algemeen model op de website van de Belastingdienst geen werkgeversgezag), ook al is de inzet van korte duur. Dat geeft je echter geen zekerheid ten aanzien van de fiscale beoordeling van de inzet, en doet niet af aan de hiervoor omschreven risico’s.

Tijdpad

1 januari 2025

Einde handhavingsmoratorium voor opdrachtgevers.

Sept/okt 2024

Verkenning belastingdienst naar gebruik modelovereenkomsten

Zomer 2023

Internetconsultatie wetsvoorstel
Het kabinet werkt haar plannen uit in een wetsvoorstel dat richting de zomer van 2023 voor internetconsultatie voor kan liggen en na de zomer 2023 aan de Raad van State kan worden gezonden. De planning is erop gericht om begin 2024 het uiteindelijke voorstel bij de Kamer in te dienen en dan voor 1 januari 2025 de wetgeving te publiceren.

Najaar 2022 Kamerbrief

Stappenplan om te komen tot duidelijkheid over regelgeving en hoe er een gelijker speelveld komt tussen werknemers en zzp’ers wat betreft fiscaliteit, en sociale zekerheid.

september 2021

Introductie webmodule uitgesteld

januari 2021

Start pilot zzp webmodule

eind 2020

Na gesprekken ministerie SZW staan ze open voor specifieke zorgbrede evaluatie van de webmodule, op ons verzoek.

najaar 2020

Kabinet stelt fiscaal handhavingsmoratorium uit tot januari 2022, in afwachting van resultaten zzp webmodule. Alleen boetes als opdrachtgevers zich kwaadwillend opstellen.

najaar 2020

Ministerie SZW schuift bedenken oplossingen voor schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie door naar volgend kabinet. 

najaar 2020

Kabinetsreactie op rapport Commissie Borstlap.

zomer 2020

Staatssecretaris Financiën reageert per brief op uitrol pilot webmodule, indicatoren, criteria en de weging ervan.

februari 2020

Stichting van de Arbeid adviseert over uitwerking verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (onderdeel pensioenakkoord).

januari 2020

Tussenrapport Commissie Regulering van Werk met meer structurele voorstellen over zelfstandigen. Met als rode draad verkleinen van fiscale en sociale zekerheidsverschillen tussen werknemers en zelfstandigen.

november 2019

Nader bericht over webmodule, de digitale manier om een opdrachtgeversverklaring aan te vragen voor opdrachten boven minimumtarief.

november 2019

Aangepast wetsvoorstel met webmodule voor middencategorie van de zzp-markt. LHV benadrukt dat dit one size fits all product onvoldoende rekening houdt met zorgprofessionals. Omdat de webmodule optioneel is, blijven onze modelovereenkomsten geldig. Vaste waarnemingen die jaar na jaar verlengd worden, blijven een risico.

november 2019

LHV, KNMT, FMS en de VvAA geven gezamenlijk 3 adviezen als reactie op de Internetconsultatie. Lees het in dit nieuwsbericht.

oktober 2019 

Start Internetconsultatie over concept wetsvoorstel minimumtarief en zelfstandigenverklaring (opdrachten boven € 75,-).

oktober 2019

Voorbereiden internetconsultatie regelgeving bovenkant en onderkant markt.

september 2019

Tweede Kamer neemt motie D66 en VVD aan om termijn van één jaar voor interim opdrachten mogelijk te verruimen. Dat geldt dan ook voor de gezondheidszorg.

augustus 2019

Gesprek met Directeur Arbeidsverhoudingen SZW. Opnieuw zorgen geuit, met name over opdrachten langer dan een jaar.

juni 2019

Voortgangsbrief minister SZW: handhaving uitgesteld tot 2021, scherpe randjes voor tijdelijke waarneming eraf. Ook wordt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen verplicht.

februari 2019

LHV uit zorgen dat zorgspecifieke punten onvoldoende worden meegenomen in het wetsvoorstel. met negatieve gevolgen voor de gezondheidszorg. 

juni 2018

LHV stuurt samen met andere beroepsorganisaties een brief aan Tweede Kamer. Doel: de zorg betrekken bij de nieuwe wet en de bijzondere positie van zzp’ers in de zorg aandacht geven.

juni 2017

Invoering wet DBA verder uitgesteld overgangsperiode opnieuw verlengd.

april 2017

De LHV waarschuwt de overheid geen regels te ontwerpen die de duur van waarneemcontracten beperken. Korte en lange waarneming is belangrijk voor continuïteit en kwaliteit van zorg.

februari 2017

Nieuw in de LHV-generator: waarneemcontracten opstellen voor apotheekhoudende praktijken.  

november 2016

Overgangsperiode voor invoering modelcontract wordt verlengd.

februari 2016

Eerste Kamer besluit dat VAR definitief verdwijnt en wordt vervangen door modelcontract voor zzp’ers.

Lees meer…..

Bekijk ook

Nieuws

Wat betekent het einde van het handhavingsmoratorium voor huisartsen? Wat gebeurt er met de modelovereenkomsten? En hoe zet de LHV

Op 1 januari 2025 wordt het handhavingsmoratorium op de wet DBA opgeheven. Dat betekent dat de Belastingdienst gaat handhaven op

Op 5 september vond er een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer plaats over het opheffen van het handhavingsmoratorium op de